Handboek Annuleren

Grondbeginselen van de werkruimten

Leer door de Adobe Photoshop-werkruimte te navigeren en ermee te werken.

Adobe Photoshop-dieplink

Probeer het in de app
Leer het deelvenster Ontdekken te gebruiken in een paar eenvoudige stappen.

U kunt documenten en bestanden maken en bewerken met verschillende elementen, zoals deelvensters, balken en vensters. Elke schikking van deze elementen wordt een werkruimte genoemd. (De werkruimten van verschillende Adobe Creative-toepassingen zien er ongeveer hetzelfde uit, zodat u gemakkelijk kunt overstappen van de ene naar de andere toepassing.) Het is ook mogelijk Photoshop aan te passen aan uw manier van werken door een vooraf ingestelde werkruimte te selecteren of een nieuwe werkruimte te maken.

Beginscherm

Als u Photoshop start, wordt het beginscherm weergegeven. In dit scherm vindt u:

  • Informatie over nieuwe functies.
  • Een groot aantal zelfstudies om snel het concept, de workflow en tips en trucs onder de knie te krijgen.
  • Recente documenten weergeven en openen: clouddocumenten die uw eigendom zijn en die u hebt geopend of die met u zijn gedeeld, worden ook weergegeven onder Recent in het startscherm. U kunt ook clouddocumenten filteren met behulp van een trefwoord. Als u offline bent, kunt u clouddocumenten nog steeds filteren met behulp van een trefwoord, maar de clouddocumenten die alleen online beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven.
  • U kunt het aantal recente bestanden dat wordt weergegeven desgewenst aanpassen. Selecteer Voorkeuren > Bestandsafhandeling en geef de gewenste waarde (0-100) op in het veld Lijst met recente bestanden bevat.

De inhoud van het beginscherm is toegesneden op uw kennis van Photoshop en uw Creative Cloud-lidmaatschap.

Het beginscherm van Photoshop
Het beginscherm van Photoshop

Als u het beginscherm wilt openen terwijl u aan een Photoshop-document werkt, klikt u op het pictogram Start in de optiebalk. Druk op de Esc-toets als u het beginscherm wilt sluiten. 

Links op het beginscherm ziet u de volgende tabbladen en knoppen:

Nieuw bestand: klik op deze knop om een nieuw document te maken. U kunt ook een document maken door een van de vele sjablonen en voorinstellingen van Photoshop te selecteren.

Openen: klik op deze knop om een bestaand document te openen in Photoshop.

Beginscherm: klik op dit tabblad om het beginscherm te openen.

Leren: klik op dit tabblad om een lijst met eenvoudige en geavanceerde zelfstudies over Photoshop te openen om te leren werken met de applicatie.

Bestanden: de sectie Bestanden toont al uw bestanden

  • Lightroom-foto's: klik op dit tabblad voor toegang tot gesynchroniseerde Lightroom-foto's en om deze te importeren in een Photoshop-document.
  • Uw bestanden: geef een lijst weer met alle opgeslagen clouddocumenten in Photoshop, ongeacht of deze zijn gemaakt in Photoshop op de desktop, op de iPad of op internet. U kunt eenvoudig schakelen tussen de tegelweergave en de lijstweergave.
  • Met u gedeeld: geef een lijst weer met de clouddocumenten die met u zijn gedeeld in Photoshop.

Photoshop-clouddocumenten bekijken | Veelgestelde vragen voor meer informatie over de clouddocumenten.

Verwijderd: bekijk een volledige lijst met clouddocumenten die u hebt verwijderd. U kunt ervoor kiezen om de documenten te herstellen of definitief te verwijderen.

Werkruimte

Overzicht van de Photoshop-werkruimte
Overzicht van de Photoshop-werkruimte

A. Toepassingskader B. Toepassingsbalk C. Deelvensters D. Deelvenster Tools E. Documentvenster 

  • De toepassingsbalk boven in het scherm bevat een schakeloptie voor werkruimten, menu's (alleen Windows) en andere opties voor de toepassing. Op de Mac kunt u voor bepaalde producten via het menu Venster de toepassingsbalk tonen of verbergen.
  • Het deelvenster Tools bevat tools om afbeeldingen, illustraties, pagina-elementen enzovoort te maken en te bewerken. Gerelateerde tools worden gegroepeerd.

  • In het documentvenster ziet u het bestand waaraan u werkt. U kunt documentvensters weergeven als tabbladen en in bepaalde gevallen kunt u documentvensters groeperen en koppelen.
  • Deelvensters helpen u uw werk overzichtelijk te houden en te wijzigen. Deelvensters kunnen worden gegroepeerd, gestapeld of gekoppeld.

  • In het toepassingskader worden alle werkruimte-elementen gegroepeerd in één, geïntegreerd venster waarin u de toepassing als een eenheid kunt behandelen. Wanneer u het toepassingskader of een van de elementen in het kader verplaatst, vergroot of verkleint, passen de elementen zich aan elkaar aan, zodat ze elkaar niet overlappen. Deelvensters verdwijnen niet wanneer u overschakelt op een andere toepassing of wanneer u per ongeluk buiten de toepassing klikt. Als u met twee of meer toepassingen werkt, kunt u deze naast elkaar op het scherm of op meerdere beeldschermen plaatsen.

    Als u een Mac gebruikt en de voorkeur geeft aan de traditionele vrije gebruikersinterface, kunt u het toepassingsframe uitschakelen.

  • In de optiebalk ziet u opties voor de momenteel geselecteerde tool.

Optiebalk
Optiebalk

  • De Contextuele taakbalk is een zwevend menu met de meest relevante volgende stappen in uw workflow. U kunt de tekstuitlijning, spatiëring (regelafstand en tekenspatiëring) en lettertypestijl (vet, cursief, onderstrepen) nu rechtstreeks aanpassen via de contextuele taakbalk.

Contextuele taakbalk

Belpictogram om in-app ongelezen meldingen weer te geven

U kunt vanuit de app meldingen bekijken voor workflows met delen en opmerkingen: Delen voor revisie, Uitnodigen om te bewerken, Opmerkingen en Toegang beheren.

Selecteer het belpictogram in de rechterbovenhoek van de Photoshop-applicatiebalk om het deelvenster Meldingen te openen. 

Als u meldingen wilt ontvangen, moet u uw bestand delen voor revisie via de knop Delen. Selecteer Koppeling maken om op assets.adobe.com een revisiekoppeling voor uw document te maken.

Abstracte visualisatie van niet-gelezen meldingen en het belpictogram in Photoshop voor desktop

Uw uitnodiging wordt naar gebruikers verzonden als een melding met een belpictogram. Als ze opmerkingen willen plaatsen en feedback over het gedeelde bestand willen bekijken, moeten ze het bestand openen in assets.adobe.com en naar het deelvenster Opmerkingen gaan.

Ondersteuning voor venster uitlijnen van de Photoshop-titelbalk (alleen Windows)

U beschikt nu over de mogelijkheid om de app-vensters in de desktop-app van Photoshop te uitlijnen. Met deze functie wordt de nieuwe visuele stijl voor app-vensters toegepast die gemakkelijk kunnen worden aangepast voor het dynamisch uitlijnen van toepassingsvensters naar vooraf geconfigureerde weergavegebieden. Hiermee kunt u het beheer van meerdere applicaties die naast elkaar worden uitgevoerd, vereenvoudigen.

Houd eenvoudig de muis boven de knop maximaliseren/minimaliseren van het venster of druk op Windows-toets + Z. Dan worden de vooraf ingestelde opties voor het indelen van de app-vensters weergegeven op basis van het huidige schermformaat en de afdrukstand.

Ondersteuning voor indeling uitlijnen in Photoshop in Windows

De ondersteuning voor indeling uitlijnen in Photoshop is standaard ingeschakeld op Windows-computers.

Bruikbaarheidsfuncties

De werkruimte van Photoshop is eenvoudig te gebruiken en bevat een aantal gebruiksfuncties:

  • Weergave op afbeeldingen: tijdens het gebruik van uw favoriete tools wordt informatie weergegeven. De weergave op afbeeldingen toont de grootte van selecties, transformatiehoeken en meer. Als u de plaatsing van de weergave wilt wijzigen, kiest u een optie bij Transformatiewaarden tonen in de interfacevoorkeuren.
  • Maximale schermruimte: klik op de knop onder aan de werkbalk om te schakelen tussen de weergavemodi Standaard en Volledig scherm.
  • Kleur van interface instellen: u kunt de interface aanpassen met een van de volgende kleurthema's: Zwart, Donkergrijs, Grijs en Lichtgrijs. Ga als volgt te werk om dat te doen:
    1. Kies Bewerken > Voorkeuren > Interface (Windows) of Photoshop > Instellingen > Interface (macOS)
    2. Het gewenste kleurthema kiezen
Opmerking:

Als u de kleur van de interface snel wilt wijzigen, drukt u op Shift + F1 voor donkerder grijs en op Shift + F2 voor lichter grijs.

(In Mac OS dient u ook op de FN-toets te drukken.)

Alle deelvensters verbergen of weergeven

  • Om alle deelvensters te verbergen of weer te geven, inclusief het deelvenster Tools en de optiebalk, drukt u op Tab.

  • Om alle deelvensters te verbergen of weer te geven, behalve het deelvenster Tools en de optiebalk, drukt u op Shift+Tab.

Opmerking:

U kunt verborgen deelvensters tijdelijk weergeven als Verborgen deelvensters automatisch tonen is geselecteerd bij de Interface-voorkeuren. Verplaats de aanwijzer naar de rand van het toepassingsvenster (Windows) of naar de rand van het beeldscherm (Mac OS) en plaats deze op de strook die wordt weergegeven.

Opties in het deelvenster weergeven

Meestal is het pictogram van het deelvenstermenu een tandwielpictogram of drie horizontale lijnen in de rechterbovenhoek van een deelvenster. Selecteer dit pictogram om door de menu-items te bladeren. 

Opmerking:

U kunt een deelvenstermenu ook openen als het deelvenster is verkleind tot pictogram.

De tekengrootte van tekst in deelvensters en knopinfo wijzigen

Wijzig de tekengrootte van de tekst in deelvensters en knopinfo door naar Photoshop > Voorkeuren > Interface te gaan.

Kies in de voorkeuren voor Interface een grootte (Zeer klein, Klein, Normaal, Groot) in het menu Tekengrootte gebruikersinterface. Selecteer Interface schalen naar lettertype om de volledige gebruikersinterface van Photoshop te schalen op basis van de gekozen tekengrootte.

Ga naar Voorkeuren > Interface > Tekengrootte gebruikersinterface om de tekst in deelvensters en knopinfo te wijzigen
Ga naar Voorkeuren > Interface > Tekengrootte gebruikersinterface om de tekst in deelvensters en knopinfo te wijzigen

Deelvenster Tools opnieuw configureren

Als u klikt op het pictogram met het dubbele pijltje   linksboven op de werkbalk, kunt u het deelvenster vergroten en transformeren in een compacter formaat met twee kolommen. Klik nogmaals op de pijltjes om de oorspronkelijke lay-out met één kolom te herstellen.

Vensters en deelvensters beheren

U kunt een aangepaste werkruimte maken door documentvensters en deelvensters te verplaatsen en te manipuleren. U kunt aangepaste werkruimten opslaan en schakelen tussen deze werkruimten.

Documentvensters opnieuw rangschikken, koppelen of laten zweven

Als u meerdere bestanden opent, worden de documentvensters als tabbladen weergegeven.

  • Als u de rangschikking van dergelijke documentvensters wilt wijzigen, sleept u de tab van een venster naar een nieuwe locatie in de groep.
  • Als u een documentvenster wilt loskoppelen (laten zweven of verwijderen uit een tabbladgroep) van een groep vensters, sleept u het tabblad van dat venster uit de groep.
Opmerking:

U kunt ook Venster > Ordenen > Zweven in venster selecteren om één documentvenster te laten zweven of Venster > Ordenen > Alles zweven in vensters om alle documentvensters tegelijkertijd te laten zweven. 

  • Als u een documentvenster wilt koppelen aan een afzonderlijke groep documentvensters, sleept u het venster naar de groep.
  • Als u groepen gestapelde of naast elkaar geplaatste documenten wilt maken, sleept u het venster naar een van de neerzetzones boven, onder of aan een zijde van een ander venster. 
  • Als u een selectie sleept en wilt overschakelen naar een ander document in een als tabblad weergegeven groep, houdt u de selectie een ogenblik boven het tabblad van een document.

Deelvensters koppelen en ontkoppelen

Een koppelingsgebied is een verzameling deelvensters of deelvenstergroepen die samen en meestal in een verticale positie worden weergegeven. U koppelt en ontkoppelt deelvensters door ze in en uit een koppelingsgebied te verplaatsen.

  • Om een deelvenster te koppelen, sleept u het aan de tab naar het koppelingsgebied boven aan, onder aan of tussen andere deelvensters.

  • Om een deelvenstergroep te koppelen, sleept u deze aan de titelbalk (de effen, lege balk boven de tabs) in het koppelingsgebied.

  • Om een deelvenster of deelvenstergroep te verwijderen, sleept u deze aan de tab of de titelbalk uit het koppelingsgebied. U kunt ze naar een ander koppelingsgebied slepen of ze vrij laten zweven.

Opmerking:

U kunt voorkomen dat deelvensters alle ruimte in een koppelingsgebied in beslag nemen. Sleep de onderrand van het koppelingsgebied zodat deze de rand van de werkruimte niet meer raakt.

Deelvensters verplaatsen

Terwijl u een deelvenster verplaatst, ziet u blauw gemarkeerde neerzetzones. Dit zijn gebieden waarnaar u het deelvenster kunt verplaatsen. U kunt een deelvenster bijvoorbeeld omhoog of omlaag in een koppelingsgebied verplaatsen door het naar de smalle blauwe neerzetzone boven of onder een ander deelvenster te slepen. Als u het naar een gebied sleept dat geen neerzetzone is, zweeft het venster vrij in de werkruimte.

Opmerking:

De neerzetzone wordt geactiveerd door de positie van de muisaanwijzer (en niet door de positie van het deelvenster), dus als de neerzetzone niet wordt weergegeven, kunt u de muisaanwijzer naar de positie slepen waar de neerzetzone zich moet bevinden.

  • U verplaatst een deelvenster door de tab van het deelvenster te slepen.

  • Als u een deelvenstergroep wilt verplaatsen, sleept u de titelbalk.

Opmerking:

Druk op Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) terwijl u een deelvenster verplaatst om te voorkomen dat het wordt gekoppeld. Druk tijdens het verplaatsen van het deelvenster op Esc om de bewerking te annuleren.

Deelvensters toevoegen en verwijderen

Als u alle deelvensters uit een koppelingsgebied verwijdert, verdwijnt het koppelingsgebied. U kunt een koppelingsgebied maken door deelvensters naar de rechterrand van het werkgebied te verplaatsen totdat u een neerzetzone ziet.

  • Als u een deelvenster wilt verwijderen, klikt u met de rechtermuisknop (Windows) of houdt u Control ingedrukt en klikt u (Mac) op het tabblad van het deelvenster en selecteert u Sluiten. U kunt de selectie van het deelvenster ook opheffen in het menu Venster.

  • Als u een deelvenster wilt toevoegen, selecteert u dit in het menu Venster en koppelt u het op de gewenste positie.

Deelvenstergroepen bewerken

  • Om een deelvenster in een groep te verplaatsen, sleept u de tab van het deelvenster naar de gemarkeerde neerzetzone in de groep.

  • Om deelvensters in een groep te herschikken, sleept u de tab van het deelvenster naar een nieuwe locatie in de groep.

  • Om een deelvenster uit de groep te verwijderen zodat het vrij zweeft, sleept u het deelvenster aan de tab buiten de groep.

  • Als u een groep wilt verplaatsen, sleept u de titelbalk (het gebied boven de tabbladen).

Zwevende deelvensters stapelen

Als u een deelvenster uit het koppelingsgebied sleept, maar niet neerzet in een neerzetzone, wordt het een vrij zwevend venster. U kunt zwevende vensters overal in de werkruimte plaatsen. U kunt zwevende deelvensters of deelvenstergroepen stapelen, zodat ze zich verplaatsen als een eenheid wanneer u de bovenste titelbalk versleept.

  • Om zwevende deelvensters te stapelen, sleept u het deelvenster aan de tab naar de neerzetzone onder aan een ander deelvenster.

  • Om de stapelvolgorde te wijzigen, sleept u een deelvenster omhoog of omlaag aan de tab.

Opmerking:

Zorg ervoor dat u de tab loslaat boven de smalle neerzetzone tussen deelvensters en niet in de brede neerzetzone in een titelbalk.

  • Om een deelvenster of deelvenstergroep uit de stapel te verwijderen, zodat het uit zichzelf zweeft, sleept u het aan de tab of titelbalk uit de stapel.

De grootte van deelvensters wijzigen

  • Dubbelklik op een tabblad van een deelvenster, deelvenstergroep of stapel deelvensters om deze op minimale of maximale grootte weer te geven. U kunt dubbelklikken in het tabbladgebied (de lege ruimte naast de tabbladen).

  • Als u het formaat van een deelvenster wilt wijzigen, sleept u een van de zijden van het deelvenster. Bepaalde deelvensters, zoals het deelvenster Kleur, kunnen niet worden vergroot of verkleind door te slepen.

Deelvensterpictogrammen samenvouwen en uitvouwen

U kunt deelvensters samenvouwen tot pictogrammen om de werkruimte overzichtelijk te houden. In bepaalde gevallen worden deelvensters samengevouwen tot pictogrammen in de standaardwerkruimte.

Deelvensters die vanuit pictogrammen zijn uitgevouwen
Deelvensters die vanuit pictogrammen zijn uitgevouwen

  • Klik op het dubbele pijltje boven in het koppelingsgebied om alle deelvensterpictogrammen in een kolom samen of uit te vouwen.

  • Als u het pictogram van één deelvenster wilt uitvouwen, klikt u erop.

  • Als u het formaat van deelvensterpictogrammen zodanig wilt aanpassen dat u alleen de pictogrammen ziet (en niet de titels), versmalt u het koppelingsgebied totdat de tekst verdwijnt. Maak het koppelingsgebied breder als u de pictogramtekst weer wilt weergeven.

  • Om een uitgevouwen deelvenster opnieuw samen te vouwen tot een pictogram, klikt u op de tab, het pictogram of het dubbele pijltje in de titelbalk van het deelvenster.

  • Om een zwevend deelvenster of een zwevende deelvenstergroep aan een koppelingsgebied voor pictogrammen toe te voegen, sleept u het venster of de groep aan de tab of de titelbalk naar het koppelingsgebied. (Deelvensters worden automatisch samengevouwen tot pictogrammen als ze aan een pictogramkoppelingsgebied worden toegevoegd.)
  • Als u een deelvensterpictogram (of groep met deelvensterpictogrammen) wilt verplaatsen, sleept u het pictogram. U kunt pictogrammen van deelvensters omhoog of omlaag slepen in het koppelingsgebied, naar andere koppelingsgebieden (waar ze worden weergegeven in de deelvensterstijl van dat koppelingsgebied) of buiten het koppelingsgebied (waar ze verschijnen als zwevende pictogrammen).

Gebruikmaken van Werkruimte vergrendelen om te voorkomen dat deelvenster per ongeluk wordt verplaatst

Geïntroduceerd in de oktober 2018-versie van Photoshop CC (versie 20.0)

Gebruik de optie Werkruimte vergrendelen om te voorkomen dat deelvensters per ongeluk worden verplaatst, vooral wanneer u Photoshop gebruikt op een tablet of met een stylus. Als u deze optie wilt gebruiken, kiest u Venster > Werkruimte > Werkruimte vergrendelen.

Berekeningen maken in numerieke velden

In elk veld waarin u numerieke waarden kunt invoeren, kunt u bovendien eenvoudige berekeningen uitvoeren.
Als u bijvoorbeeld de canvasgrootte wilt vergroten met 50 pixels, kunt u gewoon '+50' typen in de huidige velden voor breedte en hoogte in het dialoogvenster Canvasgrootte.

Om waarden te berekenen in ieder tekstvak dat numerieke waarden accepteert:

  1. Voer een van de volgende handelingen uit:

    • Als u de gehele huidige waarde wilt vervangen door een wiskundige uitdrukking, selecteert u de gehele actieve waarde.

    • Als u de huidige waarde als onderdeel van een wiskundige uitdrukking wilt gebruiken, klikt u voor of na deze waarde.

  2. Typ een eenvoudige rekenkundige uitdrukking met een rekenkundige operator, zoals + (plus), - (min), x (vermenigvuldigen), / (delen) of % (procent).

    Bijvoorbeeld,

    3 cm * 50% is 3 centimeter vermenigvuldigd met 50%, ofwel 1,50 cm.

    50 pt + 25% is 50 punten plus 25% van 50 punten, ofwel 62,5 punten.

  3. Druk op Enter of Return om de berekening toe te passen.

Zoeken in Photoshop met het deelvenster Ontdekken

Het deelvenster Ontdekken biedt relevante hulp en leermiddelen om u te helpen bij nieuwe uitdagingen in Photoshop. Het deelvenster biedt aanbevelingen op basis van uw vaardigheden en uw werk. Deze aanbevelingen bestaan onder meer uit tips en zelfstudies over hoe u workflows met meerdere stappen sneller kunt uitvoeren. U kunt ook Snelle handelingen gebruiken, een oplossing met één klik voor de meest gebruikte Photoshop-workflows, zoals het verwijderen en vervagen van achtergronden. 

Ga naar Sneller leren met het deelvenster Ontdekken voor meer informatie over tools, praktische zelfstudies, artikelen en snelle handelingen om workflows te versnellen.

Werkruimten opslaan en schakelen tussen werkruimten

Door de huidige grootte en positie van deelvensters als een benoemde werkruimte op te slaan, kunt u die werkruimte ook herstellen wanneer u een deelvenster verplaatst of sluit. De namen van de opgeslagen werkruimten worden weergegeven via de schakeloptie Werkruimte op de toepassingsbalk.

Een aangepaste werkruimte opslaan

  1. Wanneer de werkruimte de gewenste configuratie heeft, kiest u Venster > Werkruimte > Nieuwe werkruimte.

  2. Typ een naam voor de werkruimte.

  3. Selecteer onder Vastleggen een of meer opties:

    Sneltoetsen

    Hiermee slaat u de huidige set sneltoetsen op (alleen Photoshop).

    Menu's of Menu's aanpassen

    Hiermee slaat u de huidige set menu's op.

Werkruimten weergeven of schakelen tussen werkruimten

Selecteer een werkruimte met de schakeloptie Werkruimte op de toepassingsbalk.

Opmerking:

In Photoshop kunt u sneltoetsen aan elke werkruimte toewijzen om snel tussen werkruimten te kunnen navigeren.

Een aangepaste werkruimte verwijderen

  • Selecteer Werkruimten beheren via de schakeloptie voor werkruimte op de toepassingsbalk, selecteer de werkruimte en klik op Verwijderen.

  • Selecteer Werkruimte verwijderen via de schakeloptie voor werkruimten.

  • Kies Venster > Werkruimte > Werkruimte verwijderen, selecteer de werkruimte en klik vervolgens op Verwijderen.

De standaardwerkruimte herstellen

  1. Selecteer de werkruimte Standaard of Hoofdpunten via de schakeloptie voor werkruimten op de toepassingsbalk.

  2. Selecteer Venster > Werkruimte > [Naam werkruimte] opnieuw instellen.

Indeling van een opgeslagen werkruimte herstellen

In Photoshop worden werkruimten automatisch weergegeven in de rangschikking die u het laatst hebt ingesteld, maar u kunt de oorspronkelijke, opgeslagen rangschikking van de deelvensters herstellen.

  • Als u een afzonderlijke werkruimte opnieuw wilt instellen, kiest u Venster > Werkruimte > [Naam werkruimte] opnieuw instellen.

  • Als u alle werkruimten die met Photoshop zijn geïnstalleerd, opnieuw wilt instellen, klikt u op Standaardwerkruimten herstellen bij Interfacevoorkeuren.

Opmerking:

Als u de volgorde van de werkruimten op de toepassingsbalk wilt wijzigen, moet u de werkruimten slepen.

Uitgebreide knopinfo

Uitzoeken wat Photoshop-tools doen is nu gemakkelijker dan ooit! Als u de muisaanwijzer op bepaalde tools in het deelvenster Tools plaatst, geeft Photoshop een beschrijving en een korte video van de betreffende tool in actie.

U kunt ervoor kiezen om de uitgebreide knopinfo niet weer te geven. Hiervoor schakelt u de volgende voorkeur uit: Voorkeuren > Tools > Uitgebreide knopinfo tonen.

Wanneer u de aanwijzer boven tools en opties houdt, worden in de meeste gevallen standaard beschrijvingen in de vorm van knopinfo weergegeven.

Als u de knopinfo visueel afleidend vindt, kunt u de knopinfo verbergen. Schakel in het dialoogvenster Voorkeuren de voorkeur Tools > Knopinfo tonen uit.

Video's in de Photoshop-toepassing voor nieuwe gebruikers

Ondersteuning voor monitors met hoge dichtheid en schalen per monitor

Voor Windows 10 Creators Update en latere versies biedt Photoshop een ruime keuze voor het schalen van UI – van 100% tot 400% in stappen van 25%. Door deze verbetering ziet de gebruikersinterface van Photoshop er haarscherp uit, ongeacht de pixeldichtheid van uw monitor. Photoshop past automatisch de resolutie aan op basis van uw Windows-instellingen.

Daarnaast kunt u schalen per monitor aanpassen voor monitoren met verschillende schaalfactoren. Deze flexibiliteit zorgt ervoor dat een laptop met hoge resolutie (HiDPI-laptop) naadloos samenwerkt met een desktopmonitor met lagere resolutie en omgekeerd. Eén van uw monitoren kan bijvoorbeeld een schaalfactor van 175% hebben en een andere monitor kan een schaalfactor van 400% hebben. U kunt dus kiezen voor de beste 13-inch laptops met 4k-schermen, de meer betaalbare 1080p-modellen of 8k-desktopmonitoren aansluiten en toch een perfecte ervaring in Photoshop hebben.

Selecteer Start > Instellingen > Systeem > Beeldscherm in Windows. Onder Schaal en lay-out kiest u vervolgens een schaalfactor voor elk van uw schermen.

Opmerking:

Voor Windows 10 Creators Update en latere versies is de instelling UI schalen in Photoshop (Voorkeuren > Interface > UI schalen) nog steeds van toepassing op sommige onderdelen, zoals de dialoogvensters Bestandsinfo en Camera Raw. Op eerdere versies van Windows is deze voorkeur van toepassing op alle Photoshop-onderdelen. Als de optie UI schalen is ingesteld op Auto, wordt er geschaald naar de waarde die het dichtst bij de schaalfactor van het besturingssysteem van de primaire monitor ligt: 100 of 200.


Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?