Handboek Annuleren

Pixelselecties aanpassen

Leer hoe u pixels in een afbeelding kunt selecteren in Photoshop.

Onderwerpen in dit artikel:

Een selectie verplaatsen, verbergen of omkeren

U kunt een selectiekader om een afbeelding heen plaatsen of verbergen en een selectie omkeren, zodat het niet-geselecteerde deel van de afbeelding wordt geselecteerd. Gebruik de tool Verplaatsen als u de selectie zelf wilt verplaatsen in plaats van het selectiekader. Zie Een selectie verplaatsen voor meer informatie.

Een selectiekader verplaatsen

  1. Selecteer een selectietool, selecteer Nieuwe selectie  op de optiebalk en plaats de aanwijzer in het selectiekader. De aanwijzer verandert in  om aan te geven dat u de selectie kunt verplaatsen.
  2. Sleep het selectiekader om een ander deel van de afbeelding te omsluiten. U kunt een selectiekader tot buiten de grenzen van het canvas slepen. Wanneer u het selectiekader terugsleept, wordt de oorspronkelijke grens weer hersteld. U kunt het selectiekader ook naar een ander afbeeldingsvenster slepen.
    Photoshop - Selectiekader verplaatsen
    Oorspronkelijk selectiekader (links) en verplaatst selectiekader (rechts)

    Opmerking:

    U kunt ook geometrische transformaties toepassen om de vorm van een selectiekader te wijzigen. (Zie Transformaties toepassen.)

De verplaatsing van een selectie bepalen

  • Als u de richting wilt beperken tot veelvouden van een hoek van 45°, begint u te slepen en houdt u vervolgens Shift ingedrukt terwijl u doorgaat met slepen.
  • Als u de selectie met stappen van 1 pixel wilt verplaatsen, drukt u op een pijltoets.
  • Als u de selectie met stappen van 10 pixels wilt verplaatsen, houdt u Shift ingedrukt en drukt u op een pijltoets.

Selectieranden tonen of verbergen

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Kies Weergave > Extra’s. Met deze opdracht kunt u selectieranden, rasters, hulplijnen, doelpaden, segmenten, notities, laagranden, getelde aantallen en slimme hulplijnen weergeven of verbergen.
  • Kies Weergave > Tonen > Selectieranden. Hiermee schakelt u de weergave van de selectieranden in en uit. Deze instelling heeft alleen betrekking op de huidige selectie. De selectieranden verschijnen weer als u een andere selectie maakt.

De niet geselecteerde delen van een afbeelding selecteren

U kunt deze optie gebruiken om een object te selecteren dat tegen een achtergrond in een effen kleur is geplaatst. Selecteer de achtergrond met de toverstaf en keer de selectie vervolgens om.

Kies Selecteren > Selectie omkeren.

Een selectie handmatig aanpassen

Met de selectietools kunt u bestaande pixelselecties uitbreiden of inperken.

Voordat u een selectie handmatig uitbreidt of inperkt, dient u op de optiebalk dezelfde waarden voor doezelen en anti-aliasing in te stellen als voor de oorspronkelijke selectie.

Een selectie uitbreiden of een tweede gebied selecteren

  1. Een selectie maken.
  2. Selecteer een selectietool en voer een van de volgende handelingen uit:
    • Selecteer de optie Toevoegen aan selectie  op de optiebalk en sleep om aan de selectie toe te voegen.

    • Houd de toets Shift ingedrukt en sleep om aan de selectie toe te voegen.

    Wanneer u aan een selectie toevoegt, verschijnt een plusteken naast de aanwijzer.

Een selectie inperken

  1. Maak een selectie.
  2. Selecteer een selectietool en voer een van de volgende handelingen uit:
    • Selecteer de optie Verwijderen uit selectie  op de optiebalk en sleep om een doorsnede te maken met andere selecties.

    • Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en sleep om een andere selectie te verwijderen.

    Wanneer u een selectie inperkt, verschijnt een minteken naast de aanwijzer.

Alleen de doorsnede van twee selecties selecteren

  1. Een selectie maken.
  2. Selecteer een selectietool en voer een van de volgende handelingen uit:
    • Selecteer de optie Doorsnede maken met selectie  op de optiebalk en sleep.

    • Houd Alt+Shift (Windows) of Option+Shift (Mac OS) ingedrukt en sleep over het gedeelte van de oorspronkelijke selectie dat u wilt selecteren.

    Wanneer u een gebied selecteert dat een doorsnede is, verschijnt naast de aanwijzer een "x".

    Photoshop - Selecties met doorsnede
    Selecties met doorsnede

Selectieranden verfijnen en verzachten

Met de optie Selecteren en maskeren wordt de kwaliteit van selectieranden verbeterd, zodat u objecten eenvoudig kunt extraheren. U kunt ook gebruikmaken van Selecteren en maskeren om een laagmasker te verfijnen. (Zie De dekking of randen van een masker aanpassen.)

Klik op Selecteren en maskeren in de optiebalk of kies Selecteren > Selecteren en maskeren

Zie Selecteren en maskeren voor meer informatie.

U kunt ook de harde randen van een selectie verzachten met anti-aliasing en doezelen.

Anti-aliasing

Hiermee maakt u oneffen randen van een selectie vloeiender door de kleurovergang tussen randpixels en achtergrondpixels te verzachten. Er gaan geen details verloren, aangezien alleen de randpixels worden gewijzigd. Anti-aliasing komt van pas bij het knippen, kopiëren en plakken van selecties voor het maken van samengestelde afbeeldingen.

Anti-aliasing is beschikbaar voor de tools Lasso, Veelhoeklasso, Magnetische lasso, Ovaal selectiekader en Toverstaf. (Selecteer een tool om de optiebalk van de tool weer te geven.)

Opmerking:

U dient deze optie op te geven voordat u deze tools gebruikt. Als u eenmaal een selectie hebt gemaakt, kunt u geen anti-aliasing meer toevoegen.

Doezelen

Hiermee verzacht u de randen van een selectie door een overgangsgebied tussen de selectie en de omringende pixels te maken. Dit kan wel ten koste van het detail in de rand van de selectie gaan.

U kunt een doezelrand instellen voor de selectiekadertools, de lasso, de veelhoeklasso of de magnetische lasso terwijl u de tool gebruikt of u kunt een doezelrand instellen voor een bestaande selectie.

Opmerking:

Het effect van de doezelfunctie wordt pas zichtbaar wanneer u de selectie verplaatst, knipt, kopieert of vult.

Pixels selecteren met gebruik van anti-aliasing

  1. Selecteer de lasso, de veelhoeklasso, de magnetische lasso, het ovaal selectiekader of de toverstaf.
  2. Selecteer Anti-alias op de optiebalk.

Een doezelrand definiëren voor een selectietool

  1. Selecteer een van de lasso- of selectiekadertools.
  2. Geef op de optiebalk een waarde op voor Doezelaar. Deze waarde bepaalt de dikte van de doezelrand en kan variëren van 0 tot 250 pixels.

Een doezelrand definiëren voor een bestaande selectie

  1. Kies Selecteren > Bewerken > Doezelaar.
  2. Geef een waarde op voor Doezelstraal en klik op OK.
    Opmerking:

    Als u een kleine selectie maakt met een grote doezelstraal, is de selectie misschien zo klein dat de selectieranden onzichtbaar zijn en dus ook niet kunnen worden geselecteerd. Als het bericht “Er zijn geen pixels voor meer dan 50% geselecteerd” in beeld verschijnt, moet u de waarde van doezelstraal verlagen of de grootte van de selectie verhogen. U kunt ook op OK klikken om het masker met de huidige instelling te accepteren en een selectie te maken op de plaats waar de randen onzichtbaar zijn.

    Photoshop - Selectie met doezelen en zonder doezelen
    Selectie zonder doezelen en met doezelen

    A. Selectie zonder doezelen, dezelfde selectie gevuld met patroon. B. Selectie met doezelen, dezelfde selectie gevuld met patroon. 

Een selectie aanbrengen rond een selectiekader

Met de opdracht Omranden kunt u een pixelbereik binnen en buiten een bestaand selectiekader selecteren. Dit is handig wanneer u een kader of een reeks pixels rond een afbeeldingsgebied wilt selecteren, in plaats van het gebied zelf, bijvoorbeeld wanneer u een halo-effect rond een geplakt object wilt verwijderen.

Photoshop - Opdracht Omranden
Oorspronkelijke selectie (links) en na de opdracht Omranden: 5 pixels (rechts)

  1. Kies een selectietool en maak een selectie.
  2. Kies Selecteren > Bewerken > Omranden.
  3. Voer een waarde in tussen 1 en 200 pixels voor de breedte van het kader van de nieuwe selectie en klik op OK.

    De nieuwe selectie omlijnt het oorspronkelijk geselecteerde gebied en is gecentreerd op het oorspronkelijke selectiekader. Met een kaderbreedte van 20 pixels maakt u bijvoorbeeld een nieuwe selectie met zachte randen die zich uitstrekt tot tien pixels binnen het oorspronkelijke selectiekader en tot 10 pixels buiten dit kader.

Een selectie uitbreiden of inperken met een specifiek aantal pixels

  1. Kies een selectietool en maak een selectie.
  2. Kies Selecteren > Bewerken > Vergroten of Slinken.
  3. Voor Vergroten met of Slinken met voert u een pixelwaarde in tussen 1 en 100 en klikt u op OK.

    Het kader wordt vergroot of verkleind met het opgegeven aantal pixels. (Het gedeelte van het selectiekader dat langs de canvasrand loopt, blijft ongewijzigd door gebruik van de opdracht Vergroten.)

Een selectie uitbreiden om er gebieden met dezelfde kleur in op te nemen

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Kies Selecteren > Toename om alle aangrenzende pixels op te nemen die binnen het tolerantiebereik vallen dat is opgegeven bij de opties voor de toverstaf.
  • Kies Selecteren > Gelijkend om niet alleen de aangrenzende pixels, maar alle pixels uit de afbeelding die binnen het tolerantiebereik vallen in de selectie op te nemen.

    Als u de selectie in stappen wilt vergroten, kiest u een van de twee opdrachten vaker.

Opmerking:

U kunt de opdrachten Toename en Gelijkend niet gebruiken voor bitmapafbeeldingen en afbeeldingen met 32 bits per kanaal.

Restpixels verwijderen uit een op kleur gebaseerde selectie

  1. Kies Selecteren > Bewerken > Vloeiend maken.
  2. Voor Straal voert u een pixelwaarde in tussen 1 en 100 en klikt u op OK.

    Photoshop onderzoekt de omringende pixels van iedere pixel in de selectie, tot aan de afstand die u opgeeft bij Straal. Als meer dan 50% van deze omringende pixels zijn geselecteerd, blijft de pixel in de selectie en worden de omringende pixels toegevoegd aan de selectie. Als minder dan de helft van de omringende pixels zijn geselecteerd, wordt de pixel verwijderd uit de selectie. Het effect van deze bewerking is minder vlekkerigheid, vloeiender scherpe hoeken en minder oneffen lijnen.

Randpixels uit een selectie verwijderen

Als u een selectie waarop anti-aliasing is toegepast verplaatst of plakt, worden sommige pixels die zich in de buurt van het selectiekader bevinden toegevoegd aan de selectie. Dit kan een soort uitvloeiing of krans rond de randen van de geplakte selectie tot gevolg hebben. Met de volgende opdrachten in het menu Laag > Matting kunt u deze ongewenste randpixels bewerken:

  • Met Kleur zuiveren vervangt u achtergrondkleuren in uit de toon vallende randpixels door de kleur van nabijgelegen, volledig geselecteerde pixels.

  • Met Rand verwijderen vervangt u de kleur van uit de toon vallende randpixels door de kleuren van pixels die verder bij de rand van de selectie vandaan liggen en die de achtergrondkleur niet bevatten.

  • Zwarte rand verwijderen of Witte rand verwijderen is handig wanneer er bij een selectie anti-aliasing is toegepast tegen een witte of een zwarte achtergrond en u de selectie op een andere achtergrond wilt plakken. Zwarte tekst waarop anti-aliasing is toegepast op een witte achtergrond heeft bijvoorbeeld grijze pixels aan de randen, die zichtbaar zijn tegen een gekleurde achtergrond.

Opmerking:

U kunt randpixels ook verwijderen door met de schuifregelaars Geavanceerd overvloeien in het dialoogvenster Laagstijlen gebieden uit de laag te verwijderen of transparant te maken. In dit geval maakt u de zwarte of witte gebieden transparant. Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klik op de schuifregelaars om deze uit elkaar te halen, zodat u randpixels kunt verwijderen en een vloeiende rand kunt behouden.

Een rand rondom een selectie verkleinen

  1. Kies Laag > Rand > Rand verwijderen.
  2. Typ een waarde in het tekstvak Breedte om het gebied op te geven waarin u naar vervangende pixels wilt zoeken. Meestal is een afstand van 1 of 2 pixels voldoende.
  3. Klik op OK.

Een rand uit een selectie verwijderen

Kies Laag > Matting > Zwarte rand verwijderen of Laag > Matting > Witte rand verwijderen.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?