Met de opdracht Kleur afstemmen stemt u de kleuren af tussen verschillende afbeeldingen, verschillende lagen of verschillende selecties. Met deze opdracht kunt u ook de kleuren in een afbeelding aanpassen door de lichtsterkte te wijzigen, het kleurbereik te wijzigen en een kleurzweem te neutraliseren. De opdracht Kleur afstemmen kan alleen worden gebruikt in de RGB-modus.
Opmerking:
Wanneer u de opdracht Kleur afstemmen gebruikt, verandert de aanwijzer in een pipet. Gebruik het pipet terwijl u de afbeelding zo aanpast dat u de waarden van de kleurenpixels in het deelvenster Info kunt zien. In dit deelvenster vindt u informatie over de wijzigingen van de kleurwaarden tijdens het gebruik van de opdracht Kleur afstemmen. Zie De kleurwaarden van een afbeelding bekijken.
Met de opdracht Kleur afstemmen stemt u de kleuren van een afbeelding (de bronafbeelding) af op de kleuren in een andere afbeelding (de doelafbeelding). Dit is handig als u de kleuren van verschillende foto's consistent wilt maken of wanneer bepaalde kleuren (zoals huidskleuren) in een afbeelding overeen moeten komen met de kleuren in een andere afbeelding.
Met de opdracht Kleur afstemmen kunt u niet alleen de kleuren afstemmen tussen afbeeldingen, maar ook tussen verschillende lagen van dezelfde afbeelding.
-
Kies uit het menu Bron in het gedeelte Afbeeldingsstatistieken van het dialoogvenster Kleur afstemmen de bronafbeelding waarop u de kleuren van de doelafbeelding wilt afstemmen. Kies Geen als u niet wilt verwijzen naar een andere afbeelding om de kleuraanpassing te berekenen. Als u Geen kiest, zijn de bron- en doelafbeelding hetzelfde.
-
Als u een selectie in de afbeelding hebt gemaakt, voert u een of meerdere van de volgende handelingen uit:
Selecteer in het gedeelte Doel de optie Selectie negeren bij aanbrengen van correctie als u de aanpassing wilt aanbrengen in de hele doelafbeelding. Met deze optie wordt de selectie in de doelafbeelding genegeerd en wordt de aanpassing toegepast op de hele doelafbeelding.
Selecteer in het gedeelte Afbeeldingsstatistieken de optie Bronselectie gebruiken voor het berekenen van kleuren als u een selectie hebt gemaakt in de bronafbeelding en de kleuren in de selectie wilt gebruiken om de aanpassing te berekenen. Schakel deze optie uit als u de selectie in de bronafbeelding wilt negeren en de kleuren in de hele bronafbeelding wilt gebruiken om de aanpassing te berekenen.
Selecteer in het gedeelte Afbeeldingsstatistieken de optie Doelselectie gebruiken voor het berekenen van aanpassing als u een selectie hebt gemaakt in de doelafbeelding en de kleuren in de selectie wilt gebruiken om de aanpassing te berekenen. Schakel deze optie uit als u de selectie in de doelafbeelding wilt negeren en de aanpassing wilt berekenen met de kleuren van de hele doelafbeelding.
-
Als u een selectie in de afbeelding hebt gemaakt, voert u een of meerdere van de volgende handelingen uit:
Selecteer in het gedeelte Doelafbeelding de optie Selectie negeren bij aanbrengen van correctie als u de aanpassing wilt toepassen op de hele doellaag. Met deze optie wordt de selectie in de doellaag genegeerd en wordt de aanpassing toegepast op de hele doellaag.
Selecteer in het gedeelte Afbeeldingsstatistieken de optie Bronselectie gebruiken voor het berekenen van kleuren als u een selectie hebt gemaakt in de bronafbeelding en de kleuren in de selectie wilt gebruiken om de aanpassing te berekenen. Schakel deze optie uit als u de selectie in de bronlaag wilt negeren en de kleuren van de hele bronlaag wilt gebruiken om de aanpassing te berekenen.
Selecteer in het gedeelte Afbeeldingsstatistieken de optie Doelselectie gebruiken voor het berekenen van aanpassing als u alleen de kleuren in het geselecteerde gebied van de doellaag wilt gebruiken om de aanpassing te berekenen. Schakel deze optie uit als u de selectie wilt negeren en de kleuren in de hele doellaag wilt gebruiken om de aanpassing te berekenen.
-
Als u het bereik van de waarden van de kleurenpixels in de doellaag wilt aanpassen, moet u de schuifregelaar Kleurintensiteit aanpassen. U kunt ook een waarde opgeven in het vak Kleurintensiteit. De maximumwaarde is 200, de minimumwaarde is 1 (hetgeen resulteert in een grijswaardenafbeelding) en de standaardwaarde is 100.
- Klik in het gedeelte Afbeeldingsstatistieken van het dialoogvenster Kleur afstemmen op de knop Statistieken opslaan. Geef de instellingen een naam en sla deze op.
- Klik in het gedeelte Afbeeldingsstatistieken van het dialoogvenster Kleur afstemmen op de knop Statistieken laden. Zoek en laad het bestand met de opgeslagen instellingen.
Photoshop bevat verschillende technieken waarmee u de kleuren van objecten kunt vervangen. Voor fantastische flexibiliteit en resultaten past u een aanpassing van kleurtoon/verzadiging op geselecteerde objecten toe. Voor minder flexibiliteit maar een handige groepering van opties gebruikt u het dialoogvenster Kleur vervangen. Voor snelheid maar minder nauwkeurigheid probeert u de tool Kleur te vervangen.
In de meeste gevallen is deze flexibele techniek het meest geschikt voor het vervangen van kleuren. Omdat maskers en aanpassingslagen niet-destructief zijn, kunt u de resultaten later met volledige vrijheid perfectioneren. Met een unieke optie Vullen met kleur maakt u absolute in plaats van relatieve kleurwijzigingen (waarbij het kleuren op basis van originele kleuren wordt voorkomen).
-
Selecteer het object dat u wilt wijzigen. De tool Snelle selectie
levert vaak goede resultaten op. Zie Een kleurbereik selecteren en De randen van selecties verfijnen voor meer technieken.
-
Wijzig in het deelvenster Eigenschappen de instellingen voor de kleurtoon en de verzadiging om de kleur van het object te vervangen. Als de nieuwe kleur wordt gekleurd met de oorspronkelijke kleur, selecteert u Vullen met kleur en past u de instellingen opnieuw aan. (Zie De kleurtoon en verzadiging aanpassen.)
Opmerking:
Houd voor de lichtsterkte de waarde nul aan om het contrast te behouden. Als u zowel het contrast als de verzadiging wilt behouden, selecteert u de overvloeimodus Kleurtoon voor de aanpassingslaag.
-
Indien nodig vergroot of verkleint u het beïnvloede gebied door op het masker te tekenen met wit of zwart. (Zie Laagmaskers bewerken.)
Zie Overzicht van het deelvenster Aanpassingen voor meer informatie.
Het dialoogvenster Kleur vervangen combineert tools voor het selecteren van een kleurbereik met HSL schuifregelaars voor het vervangen van die kleur. U kunt de vervangende kleur ook selecteren in de Kleurkiezer.
Bij Kleur vervangen ontbreekt de optie Vullen met kleur uit de aanpassing Kleurtoon/Verzadiging, die mogelijk nodig is voor een complete kleurwijziging. Mogelijk vindt u de aanpassingslaagtechniek ook gemakkelijker voor het wijzigen van specifieke objecten. De opdracht Kleur vervangen is echter goed voor algemene kleurwijzigingen, vooral voor wijzigingen van kleuren die buiten de kleuromvang liggen en die u wilt afdrukken.
-
Selectie
Hiermee geeft u het masker in het voorvertoningsvak weer. Gemaskeerde gebieden zijn zwart en niet-gemaskeerde gebieden wit. Gedeeltelijk gemaskeerde gebieden (gebieden die zijn bedekt met een halfdoorzichtig masker) worden weergegeven met verschillende grijstintniveaus, afhankelijk van de dekking.
-
Houd Shift ingedrukt terwijl u klikt of gebruik het pipet Toevoegen aan kleurmonster
om gebieden toe te voegen.
Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt terwijl u klikt of gebruik het pipet Weghalen uit kleurmonster
om gebieden te verwijderen.
Klik op het kleurstaal Selectie om de Kleurkiezer te openen. Selecteer in de Kleurkiezer de kleur die u wilt vervangen. Zodra u een kleur selecteert in de Kleurkiezer, wordt het masker in het voorvertoningsvak bijgewerkt.
-
Verplaats de schuifregelaars Kleurtoon, Verzadiging en Lichtsterkte of geef waarden op in de tekstvakken.
Dubbelklik op het staal Resultaat en gebruik de Kleurkiezer om de vervangende kleur te selecteren.
Opmerking:
U kunt zuiver grijs, zwart of wit niet door een kleur vervangen. U kunt echter wel de lichtsterkte wijzigen. (De instellingen voor kleurtoon en verzadiging zijn relatief ten opzichte van de bestaande kleuren en hebben daarom geen effect.)
Met de tool Kleur vervangen brengt u een vervangende kleur aan op een doelkleur. Hoewel deze tool handig is voor snelle bewerkingen, levert het vaak tegenvallende resultaten op, vooral bij donkere kleuren en zwart. Zie De kleurtoon en verzadiging aanpassen als de resultaten tegenvallen nadat u met de toolopties hebt geëxperimenteerd.
De tool Kleur vervangen werkt niet in de kleurmodus Bitmap, Geïndexeerde kleur en Multikanaal.
-
-
Kies de voorgrondkleur waarmee u de ongewenste kleur wilt vervangen. (Ga naar Een kleur kiezen in de toolset.)
Opmerking:
Als het bereik van de vervangen kleuren te klein is, vergroot u de tolerantiewaarde in de optiebalk.
Selectieve kleurcorrectie is een techniek die wordt gebruikt door geavanceerde scanners en scheidingsprogramma's om de hoeveelheid proceskleuren in elk van de primaire kleurcomponenten in een afbeelding te wijzigen. U kunt de hoeveelheid proceskleuren in iedere primaire kleur wijzigen op selectieve wijze, zonder dat dit van invloed is op de andere primaire kleuren. U kunt met selectieve kleurcorrectie bijvoorbeeld de hoeveelheid cyaan in de groencomponent van een afbeelding aanzienlijk verkleinen, terwijl u de hoeveelheid cyaan in de blauwcomponent hierbij ongewijzigd laat.
Ook al wordt bij de optie Selectieve kleur gebruikgemaakt van CMYK-kleuren om een afbeelding te corrigeren, u kunt deze optie toch gebruiken voor RGB-kleuren.
-
Klik op het pictogram Selectieve kleur
in het deelvenster Aanpassingen.
Kies Laag > Nieuwe aanpassingslaag > Selectieve kleur. Klik op OK in het dialoogvenster Nieuwe laag.
Opmerking:
U kunt ook Afbeelding > Aanpassingen > Selectieve kleur kiezen. Onthoud echter dat bij deze methode aanpassingen rechtstreeks worden aangebracht op de afbeeldingslaag en dat informatie over afbeeldingen wordt verwijderd.
-
Relatief
Hiermee wijzigt u de bestaande hoeveelheid cyaan, magenta, geel of zwart afhankelijk van het percentage cyaan, magenta, geel of zwart van het totaal. Als u bijvoorbeeld begint met een pixel die 50% magenta is en 10% toevoegt, wordt 5% toegevoegd aan het magenta (10% van 50% = 5%) voor een totaal van 55% magenta. (Deze optie kunt u niet gebruiken voor het aanpassen van zuiver spiegelend wit, omdat dit geen kleurcomponenten bevat.)
Absoluut
Hiermee past u de kleuren aan in absolute waarden. Als u bijvoorbeeld begint met een pixel die 50% magenta is en u 10% toevoegt, wordt de hoeveelheid magenta inkt ingesteld op een totaal van 60%.
Opmerking:
De aanpassing wordt gebaseerd op de mate van overeenkomst tussen een kleur en een optie in het menu Kleuren. 50% magenta ligt bijvoorbeeld halverwege wit en zuiver magenta en bestaat dus uit een evenredige mix van correcties die voor de twee kleuren zijn gedefinieerd.