- Photoshop Handboek
- Inleiding tot Photoshop
- Photoshop en andere Adobe-producten en -services
- Photoshop op de iPad (niet beschikbaar op de vasteland van China)
- Photoshop op de iPad | Veelgestelde vragen
- Kennismaken met de werkruimte
- Systeemvereisten | Photoshop voor iPad
- Documenten maken, openen en exporteren
- Foto's toevoegen
- Werken met lagen
- Tekenen en schilderen met penselen
- Selecties maken en maskers toevoegen
- Uw composities retoucheren
- Werken met aanpassingslagen
- Pas de tonaliteit van uw compositie aan met Curven
- Transformatiebewerkingen toepassen
- Uw composities uitsnijden en roteren
- Canvas roteren, pannen, zoomen en opnieuw instellen
- Werken met tekstlagen
- Werken met Photoshop en Lightroom
- Vind ontbrekende lettertypen in Photoshop op de iPad
- Japanse tekens in Photoshop op de iPad
- App-instellingen beheren
- Aanraaksneltoetsen en bewegingen
- Sneltoetsen
- Afbeeldingsgrootte bewerken
- Livestreamen terwijl u in Photoshop werkt op de iPad
- Imperfecties corrigeren met het Retoucheerpenseel
- Penselen maken in Capture en gebruiken in Photoshop op de iPad
- Werken met Camera Raw-bestanden
- Slimme objecten maken en ermee werken
- De belichting in uw afbeeldingen aanpassen met Tegenhouden en Doordrukken
- Opdrachten voor automatische aanpassing in Photoshop op de iPad
- Gebieden uitsmeren in uw afbeeldingen met Photoshop op de iPad
- Meer of minder verzadiging van uw afbeeldingen met de tool Spons
- Vullen met behoud van inhoud voor iPad
- Photoshop op internet (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Algemene vragen
- Systeemvereisten
- Sneltoetsen
- Ondersteunde bestandsindelingen
- Kennismaken met de werkruimte
- Clouddocumenten openen en bewerken
- Generatieve AI-functies
- Basisconcepten van bewerken
- Snelle handelingen
- Werken met lagen
- Afbeeldingen retoucheren en onvolkomenheden verwijderen
- Snelle selecties maken
- Afbeeldingen verbeteringen met Aanpassingslagen
- Een opvullaag toevoegen
- Afbeeldingen verplaatsen, transformeren en uitsnijden
- Tekenen en schilderen
- Vormen tekenen en bewerken
- Werken met tekstlagen
- Met iedereen op het web werken
- App-instellingen beheren
- Afbeelding genereren
- Achtergrond genereren
- Referentieafbeelding
- Photoshop (Beta) (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Generatieve AI (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Algemene vragen over de generatieve AI in Photoshop
- Generatief vullen in Photoshop op de desktop
- Een afbeelding genereren met beschrijvende tekstopdrachten
- Generatief uitbreiden in Photoshop op de desktop
- Achtergrond vervangen met Achtergrond genereren
- Nieuwe variaties genereren met Vergelijkbare content genereren
- Generatief vullen in Photoshop op de iPad
- Generatief uitbreiden in Photoshop op de iPad
- Generatieve AI-functies in Photoshop op internet
- Content-authenticiteit (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Clouddocumenten (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Photoshop-clouddocumenten | Algemene vragen
- Photoshop-clouddocumenten | Vragen over workflow
- Clouddocumenten beheren en bewerken in Photoshop
- Cloudopslag upgraden voor Photoshop
- Kan geen clouddocumenten maken of opslaan
- Fouten met Photoshop-clouddocumenten oplossen
- Synchronisatielogboeken voor clouddocumenten verzamelen
- Anderen uitnodigen om uw clouddocumenten te bewerken
- Bestanden delen en opmerkingen in de app
- Werkruimte
- Basisbegrippen voor werkruimten
- Voorkeuren
- Sneller leren met het deelvenster Ontdekken van Photoshop
- Documenten maken
- Bestanden plaatsen
- Standaardsneltoetsen
- Sneltoetsen aanpassen
- Toolgalerieën
- Prestatievoorkeuren
- Tools gebruiken
- Voorinstellingen
- Raster en hulplijnen
- Aanraakbewegingen
- De Touch Bar gebruiken met Photoshop
- Aanraakfuncties en aanpasbare werkruimten
- Technology Previews
- Metagegevens en notities
- Photoshop-afbeeldingen in andere toepassingen opnemen
- Linialen
- Niet-afdrukbare extra's tonen of verbergen
- Het aantal kolommen voor een afbeelding opgeven
- Ongedaan maken en historie
- Deelvensters en menu's
- Elementen instellen met de functie Magnetisch
- Plaatsen met de liniaal
- Ontwerp van websites, schermen en apps
- Basisprincipes van afbeeldingen en kleuren
- Afbeeldingen vergroten/verkleinen
- Werken met raster-en vectorafbeeldingen
- Grootte en resolutie van afbeeldingen
- Afbeeldingen ophalen van camera's en scanners
- Afbeeldingen maken, openen en importeren
- Afbeeldingen weergeven
- Fout Ongeldige JPEG-markering | Afbeeldingen openen
- Meerdere afbeeldingen weergeven
- Kleurkiezers en -stalen aanpassen
- HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
- Kleuren in uw afbeelding afstemmen
- Afbeeldingen omzetten in andere kleurmodi
- Kleurmodi
- Delen van een afbeelding wissen
- Overvloeimodi
- Kleuren kiezen
- Geïndexeerde-kleurentabellen aanpassen
- Informatie over afbeeldingen
- Vervormingsfilters zijn niet beschikbaar
- Informatie over kleur
- Kleuren en monochrome instellingen aanpassen aan de hand van kanalen
- Kleuren kiezen in de deelvensters Kleur en Stalen
- Monster
- Kleurmodus of Afbeeldingsmodus
- Kleurzweem
- Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
- Stalen toevoegen uit HTML, CSS en SVG
- Bitdiepte en voorkeuren
- Lagen
- Basisbegrippen voor lagen
- Niet-destructieve bewerkingen
- Lagen en groepen maken en beheren
- Lagen selecteren, groeperen en koppelen
- Afbeeldingen in kaders plaatsen
- Laagdekking en overvloeien
- Lagen maskeren
- Slimme filters toepassen
- Laagsamenstellingen
- Lagen verplaatsen, stapelen en vergrendelen
- Lagen maskeren met vectormaskers
- Lagen en groepen beheren
- Laageffecten en laagstijlen
- Laagmaskers bewerken
- Middelen extraheren
- Lagen met uitknipmaskers tonen
- Afbeeldingsmiddelen genereren op basis van lagen
- Werken met slimme objecten
- Overvloeimodi
- Meerdere afbeeldingen combineren tot een groepsportret
- Afbeeldingen combineren met automatisch overvloeiende lagen
- Lagen uitlijnen en verdelen
- CSS kopiëren uit lagen
- Selecties uit een laag of grenzen van een laagmasker laden
- Uitnemen om inhoud van andere lagen zichtbaar te maken
- Selecties
- Aan de slag met selecties
- Selecties maken in uw compositie
- Werkruimte Selecteren en maskeren
- Selecties aanbrengen met de selectiekadertools
- Selecties maken met de lassotools
- Pixelselecties aanpassen
- Geselecteerde pixels verplaatsen, kopiëren en verwijderen
- Een tijdelijk snelmasker maken
- Een kleurbereik selecteren in een afbeelding
- Paden omzetten in selectiekaders en omgekeerd
- Basisbegrippen voor kanalen
- Selecties en alfakanaalmaskers opslaan
- De afbeeldingsgebieden met de focus selecteren
- Kanalen dupliceren, splitsen en samenvoegen
- Kanaalberekeningen
- Aan de slag met selecties
- Afbeeldingsaanpassingen
- Objectkleuren vervangen
- Perspectief verdraaien
- Vervaging door camerabeweging verminderen
- Voorbeelden van de tool Retoucheerpenseel
- Kleur-opzoektabellen exporteren
- De scherpte en vervaging van afbeeldingen aanpassen
- Kleuraanpassingen
- De aanpassing Helderheid/contrast toepassen
- Schaduwdetails en hooglichtdetails aanpassen
- Aanpassing Niveaus
- De kleurtoon en verzadiging aanpassen
- Levendigheid aanpassen
- De kleurverzadiging in afbeeldingsgebieden aanpassen
- Snel aanpassingen aanbrengen aan tinten
- Speciale kleureffecten toepassen op afbeeldingen
- Uw afbeelding verbeteren met aanpassingen in kleurbalans
- HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
- Histogrammen en pixelwaarden bekijken
- Kleuren in uw afbeelding afstemmen
- Foto's uitsnijden en rechttrekken
- Een kleurenfoto omzetten in zwart-wit
- Aanpassings- en opvullagen
- Aanpassing Curven
- Overvloeimodi
- Afbeeldingen voorbereiden voor drukken
- De kleur en toon aanpassen met de pipetten Niveaus en Curven
- HDR-belichting en -kleurtinten aanpassen
- Afbeeldingsgebieden doordrukken of tegenhouden
- Selectieve kleuraanpassingen aanbrengen
- Adobe Camera Raw
- Systeemvereisten voor Camera Raw
- Nieuwe functies in Camera Raw
- Kennismaken met Camera Raw
- Panorama's maken
- Ondersteunde lenzen
- Vignet-, korrel- en neveleffecten in Camera Raw
- Standaardsneltoetsen
- Automatische perspectiefcorrectie in Camera Raw
- Radiaalfilter in Camera Raw
- Camera Raw-instellingen beheren
- Afbeeldingen openen, verwerken en opslaan in Camera Raw
- Repareer afbeeldingen met de verbeterde tool Vlekken verwijderen in Camera Raw
- Afbeeldingen roteren, uitsnijden en aanpassen
- Kleurweergave aanpassen in Camera Raw
- Procesversies in Camera Raw
- Lokale aanpassingen aanbrengen in Camera Raw
- Afbeeldingen repareren en restaureren
- Afbeeldingen verbeteren en transformeren
- De lucht in uw afbeeldingen vervangen
- Objecten transformeren
- Uitsnijding, rotatie en canvasgrootte aanpassen
- Foto's uitsnijden en rechttrekken
- Panoramische afbeeldingen maken en bewerken
- Afbeeldingen, vormen en paden verdraaien
- Perspectiefpunt
- Schalen en de inhoud behouden
- Afbeeldingen, vormen en paden transformeren
- Tekenen en verven
- Symmetrische patronen tekenen
- Rechthoeken tekenen en lijnopties wijzigen
- Tekenen
- Vormen tekenen en bewerken
- Tekentools
- Penselen maken en wijzigen
- Overvloeimodi
- Kleur toevoegen aan paden
- Paden bewerken
- Tekenen met het mixerpenseel
- Voorinstellingen voor penselen
- Verlopen
- Interpolatie met verloop
- Selecties, lagen en paden vullen en omlijnen
- Tekenen met de pentools
- Patronen maken
- Een patroon maken met de Patroonmaker
- Paden beheren
- Bibliotheken en voorinstellingen van patronen beheren
- Tekenen of verven met een grafisch tablet
- Structuurpenselen maken
- Dynamische elementen toevoegen aan penselen
- Verloop
- Gestileerde streken tekenen met het penseel Tekeninghistorie
- Tekenen met een patroon
- Voorinstellingen synchroniseren op meerdere apparaten
- Voorinstellingen, handelingen en instellingen migreren
- Tekst
- Filters en effecten
- De galerie Vervagen gebruiken
- Basisbeginselen van filters
- Overzicht van de filtereffecten
- Belichtingseffecten toevoegen
- Het filter Adaptief groothoek gebruiken
- Het filter Olieverf gebruiken
- Het filter Uitvloeien gebruiken
- Laageffecten en laagstijlen
- Specifieke filters toepassen
- Natte vinger gebruiken in afbeeldingsgebieden
- De galerie Vervagen gebruiken
- Opslaan en exporteren
- Kleurbeheer
- Ontwerp van websites, schermen en apps
- Video en animatie
- Video's bewerken in Photoshop
- Video- en animatielagen bewerken
- Overzicht van video en animatie
- Voorvertoningen van video en animaties weergeven
- Frames tekenen in videolagen
- Videobestanden en reeksen afbeeldingen importeren
- Frameanimaties maken
- Creative Cloud 3D-animatie (Preview)
- Tijdlijnanimaties maken
- Afbeeldingen maken voor video
- Afdrukken
- 3D-objecten afdrukken
- Afdrukken vanuit Photoshop
- Afdrukken met kleurbeheer
- Contactbladen en PDF-presentaties
- Foto's afdrukken in een figuurpakketlay-out
- Steunkleuren afdrukken
- Afbeeldingen drukken op een professionele drukpers
- Kleurenafdrukken in Photoshop verbeteren
- Problemen met afdrukken oplossen | Photoshop
- Automatisering
- Handelingen maken
- Gegevensgestuurde afbeeldingen maken
- Scripts
- Een groep bestanden verwerken
- Handelingen afspelen en beheren
- Voorwaardelijke acties toevoegen
- Handelingen en het deelvenster Handelingen
- Tools opnemen in handelingen
- Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
- Photoshop-gebruikersinterfacewerkset voor plug-ins en scripts
- Problemen oplossen
- Opgeloste problemen
- Bekende problemen
- Prestaties van Photoshop optimaliseren
- Problemen oplossen - basis
- Problemen oplossen voor crash of vastlopen
- Programmafouten oplossen
- Fouten oplossen die zijn opgetreden doordat de werkschijf vol is
- Problemen met GPU en het grafische stuurprogramma oplossen
- Ontbrekende tools zoeken
- Photoshop | Veelgestelde vragen over 3D-functies die niet meer beschikbaar zijn
Met de opties Uitlijnen en Verdelen in Photoshop kunt u uw afbeeldingslagen eenvoudig uitlijnen en correct verdelen. Deze opties worden dan ook vaak gebruikt bij het maken van panorama’s.
Objecten op verschillende lagen uitlijnen
U kunt de inhoud van lagen en groepen uitlijnen met de tool Verplaatsen . (Zie De inhoud van lagen verplaatsen.)
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u meerdere lagen wilt uitlijnen, selecteert u de lagen met de tool Verplaatsen of in het deelvenster Lagen, of selecteert u een groep.
Als u de inhoud van een of meer lagen wilt uitlijnen met een selectiekader, maakt u een selectie in de afbeelding en selecteert u vervolgens de lagen in het deelvenster Lagen. Gebruik deze methode voor het uitlijnen met een opgegeven punt in de afbeelding.
-
Kies Laag > Uitlijnen of Laag > Lagen uitlijnen op selectie en kies een opdracht in het submenu. Deze opdrachten zijn tevens beschikbaar als uitlijnknoppen op de optiebalk van de tool Verplaatsen.
Bovenranden
Hiermee lijnt u de bovenste pixel op de geselecteerde lagen uit met de bovenste pixel op alle geselecteerde lagen, of de bovenrand van het selectiekader.
Verticale middelpunten
Hiermee lijnt u de verticaal middelste pixel op de geselecteerde lagen uit met de verticaal middelste pixel op alle geselecteerde lagen, of het verticale middelpunt van het selectiekader.
Onderranden
Hiermee lijnt u de onderste pixel op de geselecteerde lagen uit met de onderste pixel op alle geselecteerde lagen, of de onderrand van het selectiekader.
Linkerranden
Hiermee lijnt u de meest linkse pixel op de geselecteerde lagen uit met de meest linkse pixel op de meest linkse laag of op de linkerrand van het selectiekader.
Horizontale middelpunten
Hiermee lijnt u de horizontaal middelste pixel op de geselecteerde lagen uit met de horizontaal middelste pixel op alle geselecteerde lagen, of het horizontale middelpunt van het selectiekader.
Rechterranden
Hiermee lijnt u de meest rechtse pixel op de geselecteerde lagen uit met de meest rechtse pixel op alle geselecteerde lagen of op de rechterrand van het selectiekader.
Lagen en groepen op evenredige wijze verdelen
Bijgewerkt in de Photoshop CC-versies van oktober 2018 (versies 20.0)
-
Selecteer drie of meer lagen.
-
Kies Laag > Verdelen en kies een opdracht. U kunt ook de tool Verplaatsen selecteren en op een verdeelknop op de optiebalk klikken.
Bovenranden
Hiermee verdeelt u de lagen met gelijkmatige tussenruimten, beginnend bij de bovenste pixel van elke laag.
Verticale middelpunten
Hiermee verdeelt u de lagen met gelijkmatige tussenruimten, beginnend bij de verticaal middelste pixel van elke laag.
Onderranden
Hiermee verdeelt u de lagen met gelijkmatige tussenruimten, beginnend bij de onderste pixel van elke laag.
Linkerranden
Hiermee verdeelt u de lagen met gelijkmatige tussenruimten, beginnend bij de meest linkse pixel van elke laag.
Horizontale middelpunten
Hiermee verdeelt u de lagen met gelijkmatige tussenruimten, beginnend bij de horizontaal middelste pixel van elke laag.
Rechterranden
Hiermee verdeelt u de lagen met gelijkmatige tussenruimten, beginnend bij de meest rechtse pixel van elke laag.
Horizontaal
Hiermee verdeelt u de horizontale afstand gelijkmatig over de lagen.
Verticaal
Hiermee verdeelt u de verticale afstand gelijkmatig over de lagen.
Afbeeldingslagen automatisch uitlijnen
Gebruik de opdracht Lagen automatisch uitlijnen om lagen automatisch uit te lijnen op basis van vergelijkbare inhoud in verschillende lagen, zoals hoeken en randen. U wijst een laag toe als de referentielaag of u kunt de referentielaag automatisch laten bepalen door Photoshop. Andere lagen worden uitgelijnd met de referentielaag, zodat overeenkomende inhoud wordt overlapt.
Met de opdracht Lagen automatisch uitlijnen kunt u afbeeldingen op verschillende manieren combineren:
U kunt gedeelten van afbeeldingen met dezelfde achtergrond vervangen of verwijderen. Nadat u de afbeeldingen hebt uitgelijnd, kunt u masker- of overvloei-effecten gebruiken om de verschillende gedeelten van een afbeelding samen te voegen tot één afbeelding.
Zie Afbeeldingen combineren met automatisch overvloeiende lagen.
U kunt afbeeldingen met overlappende inhoud samenvoegen.
Videoframes die zijn opgenomen tegen een statische achtergrond kunt u omzetten in lagen en vervolgens kunt u inhoud aan meerdere frames tegelijk toevoegen of eruit verwijderen.
-
Kopieer of plaats de afbeeldingen die u wilt uitlijnen in hetzelfde document.
Elke afbeelding komt in een eigen laag te staan. Zie Lagen dupliceren.
Opmerking:Met een script kunt u meerdere afbeeldingen naar lagen laden. Kies Bestand > Scripts > Bestanden laden naar stapel.
-
(Optioneel) Maak een referentielaag in het deelvenster Lagen door deze te vergrendelen. Zie Lagen vergrendelen. Als u geen referentielaag instelt, worden alle lagen geanalyseerd en wordt de laag in het middelpunt van de uiteindelijke compositie ingesteld als de referentielaag.
-
Selecteer de resterende lagen die u wilt uitlijnen.
Houd Shift ingedrukt en klik op lagen om meerdere aan elkaar grenzende lagen in het deelvenster te selecteren. Houd Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt en klik op lagen om niet-aangrenzende lagen te selecteren.
Opmerking:Selecteer geen aanpassingslagen, vectorlagen of slimme objecten als deze geen informatie bevatten die nodig is voor de uitlijning.
-
Kies Bewerken > Lagen automatisch uitlijnen en kies een uitlijningsoptie. Als u meerdere afbeeldingen met overlappende gebieden wilt samenvoegen om bijvoorbeeld een panorama te maken, kiest u de opties Automatisch, Perspectief of Cilindrisch. Als u gescande afbeeldingen wilt uitlijnen met verschoven inhoud, kiest u de optie Alleen positie wijzigen.
Automatisch
Photoshop analyseert de bronafbeeldingen en past de indeling Perspectief of Cilindrisch toe, afhankelijk van welke optie de beste compositie oplevert.
Perspectief
Met deze optie wordt een consistente compositie bereikt doordat een van de bronafbeeldingen (standaard de middelste afbeelding) wordt toegewezen als de referentieafbeelding. De andere afbeeldingen worden vervolgens getransformeerd (indien nodig verplaatst, uitgerekt of schuingetrokken), om de overlappende inhoud in de lagen ook daadwerkelijk te laten overlappen.
Cilindrisch
Vermindert de 'vlinderdas'-vervorming die kan optreden als de optie Perspectief wordt toegepast door de afzonderlijke afbeeldingen als op een opengevouwen cilinder weer te geven. Overlappende inhoud in de verschillende lagen wordt echter nog steeds goed geplaatst. De referentieafbeelding wordt in het middelpunt geplaatst. Gebruik deze lay-outoptie als u panorama's wilt maken.
Bolvormig
Lijnt afbeeldingen uit met brede gezichtsvelden (verticaal en horizontaal). Wijst een van de afbeeldingen van de bron (standaard de middelste afbeelding) aan als de referentieafbeelding en transformeert de overige afbeeldingen sferisch, zodat de overlappende inhoud ook daadwerkelijk overlapt.
Scènecollage
Lijnt lagen uit en zorgt ervoor dat overlappende inhoud ook daadwerkelijk overlapt, zonder dat de vorm van de objecten in de afbeelding wordt gewijzigd (een cirkel zal bijvoorbeeld nog steeds een cirkel zijn).
Alleen positie wijzigen
Kies deze optie om de lagen uit te lijnen en de overlappende inhoud af te stemmen. De bronlagen worden hierbij niet getransformeerd (uitgerekt of schuingetrokken).
Lenscorrectie
Corrigeert automatisch lensdefecten:
Vignet verwijderen
Compenseert een lensfout waarbij de afbeelding aan de randen, vooral in de hoeken, donkerder wordt dan in het midden.
Geometrische vervorming
Compenseert korrelvorming en speldenkussen- en visoogvervorming.
Opmerking:Bij geometrische vervorming wordt rekening gehouden met de radicale vervorming om het resultaat van de uitlijning te verbeteren, behalve in het geval van een visooglens; als visooglensmetagegevens worden gedetecteerd, zal Geometrische vervorming de afbeeldingen uitlijnen voor visoog
Nadat u lagen automatisch hebt uitgelijnd, kunt u Bewerken > Vrije transformatie kiezen om de uitlijning te perfectioneren of om kleurtoonaanpassingen aan te brengen, om eventuele belichtingsverschillen tussen de lagen glad te strijken. Daarna kunt u de lagen combineren tot één samengestelde afbeelding.
Een video over het gebruik van de uitlijntools en automatische functies in Photoshop voor het maken van panorama’s vindt u in Een panorama maken.