Met het filter Uitvloeien kunt u tegen elk gebied van een afbeelding duwen of eraan trekken. Ook kunt u het gebied roteren, reflecteren, plooien of laten zwellen. De vervormingen die u maakt, kunnen subtiel of drastisch zijn. Hierdoor is de opdracht Uitvloeien een krachtige tool voor het retoucheren van afbeeldingen en voor het creëren van artistieke effecten. Het filter Uitvloeien kan worden toegepast op afbeeldingen met 8 bits per kanaal of 16 bits per kanaal.
Tools, opties en een voorvertoning voor het filter Uitvloeien zijn beschikbaar in het dialoogvenster Uitvloeien. Kies Filter > Uitvloeien om het dialoogvenster weer te geven. Selecteer Geavanceerde modus voor meer opties.
Selecteer de tool Zoomen in het dialoogvenster Uitvloeien en klik of sleep in de voorvertoning om in te zoomen. Houd Alt (Windows) of Option (Mac) ingedrukt en klik of sleep in de voorvertoning om uit te zoomen. U kunt ook een vergrotingsniveau opgeven in het tekstvak Zoomen onder in het dialoogvenster.
Selecteer het handje in het dialoogvenster Uitvloeien en sleep in de voorvertoning. U kunt ook een tool selecteren en de spatiebalk ingedrukt houden terwijl u in de voorvertoning sleept.
In de Creative Cloud-update voor Photoshop is het filter Uitvloeien aanzienlijk sneller dan in eerdere versies. Het filter Uitvloeien ondersteunt nu slimme objecten, waaronder videolagen met slimme objecten, en wordt als een slim filter toegepast.
Het filter Uitvloeien is ook uitgebreid met extra functionaliteit voor de tool Reconstrueren. Als u Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt houdt tijdens het slepen van de tool Reconstrueren over een verdraaiing, strijkt de tool de verdraaiing mooi glad in plaats van deze terug te schalen of te verwijderen.
Het filter Uitvloeien ondersteunt slimme objecten, zoals videolagen met slimme objecten, en wordt als een slim filter toegepast. Bij het toepassen van het filter Uitvloeien op een slim object, worden nu automatisch netten opgeslagen in uw document. Netten die op slimme objecten zijn toegepast, worden gecomprimeerd en kunnen opnieuw worden bewerkt wanneer u het filter Uitvloeien weer toepast. Houd er rekening mee dat ingesloten netten, ook als ze gecomprimeerd zijn, leiden tot grotere bestanden.
Het filter Uitvloeien toepassen als een slim filter:
Geïntroduceerd in Photoshop CC 2015.5-versie
Het filter Uitvloeien bevat nu een geavanceerde gezichtsdetectiefunctie die automatisch ogen, neuzen, monden en andere gezichtselementen identificeert, zodat u deze gemakkelijk kunt aanpassen. Gezicht uitvloeien is zeer geschikt voor het bijwerken van portretfoto's, het maken van karikaturen en allerlei andere dingen.
U kunt Gezicht uitvloeien gebruiken als slim filter voor niet-destructief bewerken. Zie Slimme filters toepassen in Photoshop als u wilt weten hoe u dit doet.
Als vereiste voor het gebruik van Gezicht uitvloeien, moet u ervoor zorgen dat de grafische processor is ingeschakeld in uw Photoshop-voorkeuren.
Deze instellingen zijn standaard ingeschakeld wanneer u Photoshop de eerste keer start. Als u vragen hebt over het gebruik van GPU in Photoshop, kunt u dit document raadplegen.
Verplaats de schuifregelaaropties voor de linker- en rechterogen om een onafhankelijk/asymmetrisch effect op de ogen toe te passen.
Klik op het koppelingspictogram om de instellingen voor het linker- en rechteroog samen te vergrendelen. Met deze optie kunt u symmetrische effecten op de ogen toepassen.
U kunt een combinatie van handgrepen op het scherm en schuifregelaars gebruiken voor een betere controle over de wijzigingen in Gezicht uitvloeien.
Het dialoogvenster Uitvloeien bevat verschillende tools waarmee u het gebied onder het penseel kunt vervormen wanneer u met de muis klikt of sleept. De vervorming concentreert zich in het midden van het penseelgebied en het effect wordt sterker wanneer u de muisknop ingedrukt houdt of herhaaldelijk met de muis over een gebied sleept.
De tool Vooruit verdraaien
Deze tool duwt pixels voor zich uit terwijl u sleept.
Als u bij het gebruik van Verdraaien, Naar links duwen of Spiegel de Shift-toets ingedrukt houdt terwijl u klikt, kunt u in een rechte lijn werken vanaf het vorige punt waarop u klikte.
De tool Reconstrueren
Hiermee keert u de vervorming die u al hebt toegevoegd om door de muisknop ingedrukt te houden en de muis te verslepen.
De tool Kronkel - met de klok mee
Met deze tool roteert u pixels met de klok mee wanneer u de muisknop ingedrukt houdt of sleept. Als u pixels tegen de klok in wilt draaien, houdt u Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt wanneer u de muisknop ingedrukt houdt of sleept.
De tool Plooien
Met de tool Plooien verplaatst u pixels naar het midden van het penseelgebied wanneer u de muisknop ingedrukt houdt of sleept.
De tool Zwellen
Met de tool Zwellen verplaatst u pixels weg uit het midden van het penseelgebied wanneer u de muisknop ingedrukt houdt of sleept.
De tool Naar links duwen
Met de tool Naar links duwen verplaatst u pixels naar links wanneer u de tool recht omhoog sleept (pixels worden naar rechts verplaatst als u naar beneden sleept). U kunt ook met de klok mee rond een object slepen om het object te vergroten, of tegen de klok in om het te verkleinen. Als u pixels naar rechts wilt duwen wanneer u de tool recht omhoog sleept (of om pixels naar links te verplaatsen als u naar beneden sleept), houdt u Alt (Windows) of Option (Mac OS) tijdens het slepen ingedrukt.
In het gedeelte Toolopties van het dialoogvenster stelt u de volgende opties in:
Penseelgrootte
Hiermee stelt u de breedte in van het penseel dat u gebruikt om de afbeelding te vervormen.
Penseeldichtheid
Hiermee stelt u het doezeleffect aan de randen van een penseel in. Het effect is het sterkst in het midden van het penseel en lichter aan de zijkanten.
Penseeldruk
Hiermee stelt u de snelheid in waarmee vervormingen worden gemaakt wanneer u met een tool in de voorvertoning sleept. Bij een lage penseeldruk gaan de veranderingen langzamer, zodat het makkelijker is om op het juiste moment te stoppen.
Penseelsnelheid
Hiermee stelt u de snelheid in waarmee vervormingen worden toegepast wanneer u een tool (zoals Kronkel) in de voorvertoning op dezelfde plaats houdt. Hoe hoger de instelling, hoe groter de snelheid waarmee de vervormingen worden toegepast.
Pendruk
Hiermee gebruikt u de afgelezen drukwaarden van een tekentablet. (Deze optie is alleen beschikbaar als u met een tekentablet werkt.) Indien ingeschakeld, is de penseeldruk voor de tools de pendruk vermenigvuldigd met de waarde voor Penseeldruk.
Als een tekstlaag of vormlaag is geselecteerd, moet deze eerst worden omgezet in pixels, waarna de tekst of vorm kan worden bewerkt met het filter Uitvloeien. Wilt u tekst vervormen zonder de tekstlaag om te zetten in pixels, gebruik dan de opties voor Verdraaien van de tool Tekst.
Het gereedschap Reconstrueren of de Reconstructie-opties gebruiken om de wijzigingen geheel of gedeeltelijk terug te draaien.
Andere gereedschappen gebruiken om de afbeelding op nieuwe manieren te wijzigen.
Klik op OK om het dialoogvenster Uitvloeien te sluiten en de wijzigingen op de actieve laag toe te passen.
Klik op Annuleren om het dialoogvenster Uitvloeien te sluiten zonder wijzigingen door te voeren in de laag.
Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klik op Herstellen om alle vervormingen in de voorvertoning terug te draaien en de standaardinstellingen van alle opties te herstellen.
Met de opdracht Bewerken > Vervagen kunt u nog meer effecten bereiken.
Gebieden bevriezen die u niet wilt wijzigen of bevroren gebieden ontdooien om deze opnieuw bewerkbaar te maken. Bevroren en ontdooide gebieden omkeren.
Door gebieden in de voorvertoning te bevriezen, voorkomt u dat die gebieden worden gewijzigd. Bevroren gebieden worden bedekt met een masker. U tekent dit masker met het gereedschap Masker bevriezen . U kunt ook een bestaand masker of een bestaande selectie of transparantie gebruiken om gebieden te bevriezen. U kunt het masker bekijken in de voorvertoning om het aanbrengen van vervormingen te vergemakkelijken.
Werken met de tool Masker bevriezen
Selecteer het gereedschap Masker bevriezen en sleep over het gebied dat u wilt beschermen. Klik terwijl u Shift ingedrukt houdt, om een gebied te bevriezen dat een rechte lijn vormt tussen het huidige punt en het vorige punt waarop u hebt geklikt.
Een bestaande selectie of een bestaand masker of transparantiekanaal gebruiken
Als u het filter Uitvloeien toepast op een laag met een selectie, laagmasker, transparantie of alfakanaal, kiest u Selectie, Laagmasker, Transparantie of Snelmasker in het pop-upmenu van een van de vijf pictogrammen in het gebied Maskeropties van het dialoogvenster. Hiermee bepaalt u hoe gebieden in de voorvertoning worden bevroren of gemaskeerd.
Alle ontdooide gebieden bevriezen
Klik op Alles maskeren in het gedeelte Maskeropties van het dialoogvenster.
Gebieden bevriezen of ontdooien
Klik op Alles omkeren in het gedeelte Maskeropties van het dialoogvenster.
Bevroren gebieden tonen of verbergen
Schakel Masker tonen in of uit in het gedeelte Weergave-opties van het dialoogvenster.
De kleur van bevroren gebieden wijzigen
Kies een kleur in het pop-upmenu Maskerkleur in het gedeelte Weergave-opties van het dialoogvenster.
Wanneer u een bestaande selectie of transparantie of een bestaand masker hebt in een afbeelding, blijven die gegevens behouden wanneer het dialoogvenster Uitvloeien wordt geopend. U kunt een van de volgende maskeropties kiezen:
Selectie vervangen
Hiermee geeft u de selectie, het masker of de transparantie in de oorspronkelijke afbeelding weer.
Toevoegen aan selectie
Hiermee geeft u het masker in de oorspronkelijke afbeelding weer, zodat u de selectie vervolgens kunt uitbreiden met de tool Masker bevriezen. Hiermee voegt u geselecteerde pixels in het kanaal toe aan de huidige bevroren selectie.
Verwijderen uit selectie
Hiermee verwijdert u pixels uit het kanaal van de huidige bevroren selectie.
Doorsnede met selectie
Hierbij worden alleen geselecteerde pixels gebruikt die op dat moment zijn bevroren.
Selectie omkeren
Hiermee gebruikt u geselecteerde pixels om de huidige bevroren selectie om te draaien.
Als er een selectie is, beperkt het filter de voorvertoning en bewerkingen tot een rechthoekig gebied dat de desbetreffende selectie omvat. (In geval van rechthoekige selectiekaders komt het geselecteerde gebied overeen met de voorvertoning. Het kiezen van Selectie in de maskeroptiemenu's erboven heeft dan dus geen effect.)
Selecteer het gereedschap Masker ontdooien en sleep over het gebied. Klik terwijl u Shift ingedrukt houdt, om een gebied te ontdooien dat een rechte lijn vormt tussen het huidige punt en het vorige punt waarop u hebt geklikt.
Klik op de knop Geen in het gedeelte Maskeropties van het dialoogvenster om alle bevroren gebieden te ontdooien.
Klik op de knop Alles omkeren in het gedeelte Maskeropties van het dialoogvenster om alle bevroren en ontdooide gebieden om te draaien.
Als u de vervormingen wilt zien en volgen, voegt u een net toe. U kunt de afmetingen en de kleur van een net kiezen en het net uit de ene afbeelding opslaan en het in andere afbeeldingen toepassen.
Als u een net wilt tonen, selecteert u Net tonen in het gedeelte Weergaveopties van het dialoogvenster en kiest u een netgrootte en een netkleur.
Selecteer Net tonen en schakel vervolgens Afbeelding tonen uit om alleen een net te tonen.
Als u een vervormingsnet wilt opslaan nadat u de voorvertoning hebt vervormd, klikt u op Net opslaan. Geef een naam en locatie op voor het netbestand en klik op Opslaan.
Als u een opgeslagen vervormingsnet wilt toepassen, klikt u op Net laden, selecteert u het netbestand dat u wilt toepassen en klikt u op Openen. Als de afbeelding en het vervormingsnet niet even groot zijn, wordt het net geschaald op het formaat van de afbeelding.
Klik op Laatste net laden om het laatst opgeslagen vervormingsnet toe te passen.
(Creative Cloud) Netten worden automatisch opgeslagen in uw document. Op slimme objecten toegepaste netten worden gecomprimeerd en kunnen opnieuw worden bewerkt.
(Creative Cloud) Ingesloten netten, ook gecomprimeerde, doen de bestandsgrootte toenemen.
U kunt in de voorvertoning desgewenst alleen de actieve laag weergeven of u kunt in de voorvertoning extra lagen als achterscherm weergeven. Met de opties voor de modus kunt u het achterscherm voor of achter de actieve laag plaatsen, zodat u kunt bijhouden welke wijzigingen u hebt doorgevoerd of zodat u de vervorming kunt laten aansluiten op een vervorming in een andere laag.
Alleen de actieve laag wordt vervormd, zelfs wanneer andere lagen worden weergegeven.
Het achterscherm weergeven
Selecteren Achtergrond tonen en kies Achtergrond in het menu Gebruik plus een optie in het menu Modus.
Wijzigingen in de doellaag tonen zonder de achtergrond weer te geven
Selecteer Alle lagen in het menu Gebruik. Bij een Dekking van 0 wordt alleen de doellaag weergegeven met de volledige effecten van het filter Uitvloeien. Wanneer de Dekking op een hogere waarde wordt ingesteld, is het effect van het filter Uitvloeien op de doellaag minder zichtbaar.
Het overvloeien tussen de doellaag en de achtergrond wijzigen
Geef een waarde voor Dekking op.
Bepalen hoe de doellaag en de achtergrond worden gecombineerd in de voorvertoning
Kies een optie in het menu Modus.
Het achterscherm verbergen
Schakel Achterscherm tonen in of uit in het gedeelte Weergaveopties van het dialoogvenster.
Wanneer u de afbeelding in de voorvertoning hebt vervormd, kunt de wijzigingen op verschillende manieren terugdraaien of nog eens op een andere manier toepassen. U kunt op twee manieren reconstrueren: U kunt de volledige afbeelding reconstrueren, waarbij alleen de vervormingen in niet-bevroren gebieden worden gecorrigeerd, of u kunt met de tool Reconstrueren alleen bepaalde gebieden reconstrueren. U kunt de tool Masker bevriezen gebruiken als u wilt voorkomen dat vervormde gebieden worden gereconstrueerd.
A. Oorspronkelijke afbeelding B. Vervormd met bevroren gebieden C. Gereconstrueerd in de modus Onbuigzaam (met knop) D. Ontdooid, randen gereconstrueerd in modus Vloeiend (met tool)
Klik op Reconstrueren in het gedeelte Reconstructie-opties van het dialoogvenster. Geef vervolgens in het dialoogvenster Reconstructie Vorige versie een waarde op en klik op OK.
Aanmelden bij je account