Kies Bewerken > Voorkeuren > Algemeen (Windows) of Photoshop > Voorkeuren > Algemeen (macOS).
- Photoshop Handboek
- Inleiding tot Photoshop
- Photoshop en andere Adobe-producten en -services
- Photoshop op de iPad (niet beschikbaar op de vasteland van China)
- Photoshop op de iPad | Veelgestelde vragen
- Kennismaken met de werkruimte
- Systeemvereisten | Photoshop voor iPad
- Documenten maken, openen en exporteren
- Foto's toevoegen
- Werken met lagen
- Tekenen en schilderen met penselen
- Selecties maken en maskers toevoegen
- Uw composities retoucheren
- Werken met aanpassingslagen
- Pas de tonaliteit van uw compositie aan met Curven
- Transformatiebewerkingen toepassen
- Uw composities uitsnijden en roteren
- Canvas roteren, pannen, zoomen en opnieuw instellen
- Werken met tekstlagen
- Werken met Photoshop en Lightroom
- Vind ontbrekende lettertypen in Photoshop op de iPad
- Japanse tekens in Photoshop op de iPad
- App-instellingen beheren
- Aanraaksneltoetsen en bewegingen
- Sneltoetsen
- Afbeeldingsgrootte bewerken
- Livestreamen terwijl u in Photoshop werkt op de iPad
- Imperfecties corrigeren met het Retoucheerpenseel
- Penselen maken in Capture en gebruiken in Photoshop op de iPad
- Werken met Camera Raw-bestanden
- Slimme objecten maken en ermee werken
- De belichting in uw afbeeldingen aanpassen met Tegenhouden en Doordrukken
- Opdrachten voor automatische aanpassing in Photoshop op de iPad
- Gebieden uitsmeren in uw afbeeldingen met Photoshop op de iPad
- Meer of minder verzadiging van uw afbeeldingen met de tool Spons
- Vullen met behoud van inhoud voor iPad
- Photoshop op internet (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Algemene vragen
- Systeemvereisten
- Sneltoetsen
- Ondersteunde bestandsindelingen
- Kennismaken met de werkruimte
- Clouddocumenten openen en bewerken
- Generatieve AI-functies
- Basisconcepten van bewerken
- Snelle handelingen
- Werken met lagen
- Afbeeldingen retoucheren en onvolkomenheden verwijderen
- Snelle selecties maken
- Afbeeldingen verbeteringen met Aanpassingslagen
- Een opvullaag toevoegen
- Afbeeldingen verplaatsen, transformeren en uitsnijden
- Tekenen en schilderen
- Vormen tekenen en bewerken
- Werken met tekstlagen
- Met iedereen op het web werken
- App-instellingen beheren
- Afbeelding genereren
- Achtergrond genereren
- Referentieafbeelding
- Photoshop (Beta) (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Generatieve AI (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Algemene vragen over de generatieve AI in Photoshop
- Generatief vullen in Photoshop op de desktop
- Een afbeelding genereren met beschrijvende tekstopdrachten
- Generatief uitbreiden in Photoshop op de desktop
- Achtergrond vervangen met Achtergrond genereren
- Nieuwe variaties genereren met Vergelijkbare content genereren
- Generatief vullen in Photoshop op de iPad
- Generatief uitbreiden in Photoshop op de iPad
- Generatieve AI-functies in Photoshop op internet
- Content-authenticiteit (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Clouddocumenten (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Photoshop-clouddocumenten | Algemene vragen
- Photoshop-clouddocumenten | Vragen over workflow
- Clouddocumenten beheren en bewerken in Photoshop
- Cloudopslag upgraden voor Photoshop
- Kan geen clouddocumenten maken of opslaan
- Fouten met Photoshop-clouddocumenten oplossen
- Synchronisatielogboeken voor clouddocumenten verzamelen
- Anderen uitnodigen om uw clouddocumenten te bewerken
- Bestanden delen en opmerkingen in de app
- Werkruimte
- Basisbegrippen voor werkruimten
- Voorkeuren
- Sneller leren met het deelvenster Ontdekken van Photoshop
- Documenten maken
- Bestanden plaatsen
- Standaardsneltoetsen
- Sneltoetsen aanpassen
- Toolgalerieën
- Prestatievoorkeuren
- Tools gebruiken
- Voorinstellingen
- Raster en hulplijnen
- Aanraakbewegingen
- De Touch Bar gebruiken met Photoshop
- Aanraakfuncties en aanpasbare werkruimten
- Technology Previews
- Metagegevens en notities
- Photoshop-afbeeldingen in andere toepassingen opnemen
- Linialen
- Niet-afdrukbare extra's tonen of verbergen
- Het aantal kolommen voor een afbeelding opgeven
- Ongedaan maken en historie
- Deelvensters en menu's
- Elementen instellen met de functie Magnetisch
- Plaatsen met de liniaal
- Ontwerp van websites, schermen en apps
- Basisprincipes van afbeeldingen en kleuren
- Afbeeldingen vergroten/verkleinen
- Werken met raster-en vectorafbeeldingen
- Grootte en resolutie van afbeeldingen
- Afbeeldingen ophalen van camera's en scanners
- Afbeeldingen maken, openen en importeren
- Afbeeldingen weergeven
- Fout Ongeldige JPEG-markering | Afbeeldingen openen
- Meerdere afbeeldingen weergeven
- Kleurkiezers en -stalen aanpassen
- HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
- Kleuren in uw afbeelding afstemmen
- Afbeeldingen omzetten in andere kleurmodi
- Kleurmodi
- Delen van een afbeelding wissen
- Overvloeimodi
- Kleuren kiezen
- Geïndexeerde-kleurentabellen aanpassen
- Informatie over afbeeldingen
- Vervormingsfilters zijn niet beschikbaar
- Informatie over kleur
- Kleuren en monochrome instellingen aanpassen aan de hand van kanalen
- Kleuren kiezen in de deelvensters Kleur en Stalen
- Monster
- Kleurmodus of Afbeeldingsmodus
- Kleurzweem
- Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
- Stalen toevoegen uit HTML, CSS en SVG
- Bitdiepte en voorkeuren
- Lagen
- Basisbegrippen voor lagen
- Niet-destructieve bewerkingen
- Lagen en groepen maken en beheren
- Lagen selecteren, groeperen en koppelen
- Afbeeldingen in kaders plaatsen
- Laagdekking en overvloeien
- Lagen maskeren
- Slimme filters toepassen
- Laagsamenstellingen
- Lagen verplaatsen, stapelen en vergrendelen
- Lagen maskeren met vectormaskers
- Lagen en groepen beheren
- Laageffecten en laagstijlen
- Laagmaskers bewerken
- Middelen extraheren
- Lagen met uitknipmaskers tonen
- Afbeeldingsmiddelen genereren op basis van lagen
- Werken met slimme objecten
- Overvloeimodi
- Meerdere afbeeldingen combineren tot een groepsportret
- Afbeeldingen combineren met automatisch overvloeiende lagen
- Lagen uitlijnen en verdelen
- CSS kopiëren uit lagen
- Selecties uit een laag of grenzen van een laagmasker laden
- Uitnemen om inhoud van andere lagen zichtbaar te maken
- Selecties
- Aan de slag met selecties
- Selecties maken in uw compositie
- Werkruimte Selecteren en maskeren
- Selecties aanbrengen met de selectiekadertools
- Selecties maken met de lassotools
- Pixelselecties aanpassen
- Geselecteerde pixels verplaatsen, kopiëren en verwijderen
- Een tijdelijk snelmasker maken
- Een kleurbereik selecteren in een afbeelding
- Paden omzetten in selectiekaders en omgekeerd
- Basisbegrippen voor kanalen
- Selecties en alfakanaalmaskers opslaan
- De afbeeldingsgebieden met de focus selecteren
- Kanalen dupliceren, splitsen en samenvoegen
- Kanaalberekeningen
- Aan de slag met selecties
- Afbeeldingsaanpassingen
- Objectkleuren vervangen
- Perspectief verdraaien
- Vervaging door camerabeweging verminderen
- Voorbeelden van de tool Retoucheerpenseel
- Kleur-opzoektabellen exporteren
- De scherpte en vervaging van afbeeldingen aanpassen
- Kleuraanpassingen
- De aanpassing Helderheid/contrast toepassen
- Schaduwdetails en hooglichtdetails aanpassen
- Aanpassing Niveaus
- De kleurtoon en verzadiging aanpassen
- Levendigheid aanpassen
- De kleurverzadiging in afbeeldingsgebieden aanpassen
- Snel aanpassingen aanbrengen aan tinten
- Speciale kleureffecten toepassen op afbeeldingen
- Uw afbeelding verbeteren met aanpassingen in kleurbalans
- HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
- Histogrammen en pixelwaarden bekijken
- Kleuren in uw afbeelding afstemmen
- Foto's uitsnijden en rechttrekken
- Een kleurenfoto omzetten in zwart-wit
- Aanpassings- en opvullagen
- Aanpassing Curven
- Overvloeimodi
- Afbeeldingen voorbereiden voor drukken
- De kleur en toon aanpassen met de pipetten Niveaus en Curven
- HDR-belichting en -kleurtinten aanpassen
- Afbeeldingsgebieden doordrukken of tegenhouden
- Selectieve kleuraanpassingen aanbrengen
- Adobe Camera Raw
- Systeemvereisten voor Camera Raw
- Nieuwe functies in Camera Raw
- Kennismaken met Camera Raw
- Panorama's maken
- Ondersteunde lenzen
- Vignet-, korrel- en neveleffecten in Camera Raw
- Standaardsneltoetsen
- Automatische perspectiefcorrectie in Camera Raw
- Radiaalfilter in Camera Raw
- Camera Raw-instellingen beheren
- Afbeeldingen openen, verwerken en opslaan in Camera Raw
- Repareer afbeeldingen met de verbeterde tool Vlekken verwijderen in Camera Raw
- Afbeeldingen roteren, uitsnijden en aanpassen
- Kleurweergave aanpassen in Camera Raw
- Procesversies in Camera Raw
- Lokale aanpassingen aanbrengen in Camera Raw
- Afbeeldingen repareren en restaureren
- Afbeeldingen verbeteren en transformeren
- De lucht in uw afbeeldingen vervangen
- Objecten transformeren
- Uitsnijding, rotatie en canvasgrootte aanpassen
- Foto's uitsnijden en rechttrekken
- Panoramische afbeeldingen maken en bewerken
- Afbeeldingen, vormen en paden verdraaien
- Perspectiefpunt
- Schalen en de inhoud behouden
- Afbeeldingen, vormen en paden transformeren
- Tekenen en verven
- Symmetrische patronen tekenen
- Rechthoeken tekenen en lijnopties wijzigen
- Tekenen
- Vormen tekenen en bewerken
- Tekentools
- Penselen maken en wijzigen
- Overvloeimodi
- Kleur toevoegen aan paden
- Paden bewerken
- Tekenen met het mixerpenseel
- Voorinstellingen voor penselen
- Verlopen
- Interpolatie met verloop
- Selecties, lagen en paden vullen en omlijnen
- Tekenen met de pentools
- Patronen maken
- Een patroon maken met de Patroonmaker
- Paden beheren
- Bibliotheken en voorinstellingen van patronen beheren
- Tekenen of verven met een grafisch tablet
- Structuurpenselen maken
- Dynamische elementen toevoegen aan penselen
- Verloop
- Gestileerde streken tekenen met het penseel Tekeninghistorie
- Tekenen met een patroon
- Voorinstellingen synchroniseren op meerdere apparaten
- Voorinstellingen, handelingen en instellingen migreren
- Tekst
- Filters en effecten
- De galerie Vervagen gebruiken
- Basisbeginselen van filters
- Overzicht van de filtereffecten
- Belichtingseffecten toevoegen
- Het filter Adaptief groothoek gebruiken
- Het filter Olieverf gebruiken
- Het filter Uitvloeien gebruiken
- Laageffecten en laagstijlen
- Specifieke filters toepassen
- Natte vinger gebruiken in afbeeldingsgebieden
- De galerie Vervagen gebruiken
- Opslaan en exporteren
- Kleurbeheer
- Ontwerp van websites, schermen en apps
- Video en animatie
- Video's bewerken in Photoshop
- Video- en animatielagen bewerken
- Overzicht van video en animatie
- Voorvertoningen van video en animaties weergeven
- Frames tekenen in videolagen
- Videobestanden en reeksen afbeeldingen importeren
- Frameanimaties maken
- Creative Cloud 3D-animatie (Preview)
- Tijdlijnanimaties maken
- Afbeeldingen maken voor video
- Afdrukken
- 3D-objecten afdrukken
- Afdrukken vanuit Photoshop
- Afdrukken met kleurbeheer
- Contactbladen en PDF-presentaties
- Foto's afdrukken in een figuurpakketlay-out
- Steunkleuren afdrukken
- Afbeeldingen drukken op een professionele drukpers
- Kleurenafdrukken in Photoshop verbeteren
- Problemen met afdrukken oplossen | Photoshop
- Automatisering
- Handelingen maken
- Gegevensgestuurde afbeeldingen maken
- Scripts
- Een groep bestanden verwerken
- Handelingen afspelen en beheren
- Voorwaardelijke acties toevoegen
- Handelingen en het deelvenster Handelingen
- Tools opnemen in handelingen
- Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
- Photoshop-gebruikersinterfacewerkset voor plug-ins en scripts
- Problemen oplossen
- Opgeloste problemen
- Bekende problemen
- Prestaties van Photoshop optimaliseren
- Problemen oplossen - basis
- Problemen oplossen voor crash of vastlopen
- Programmafouten oplossen
- Fouten oplossen die zijn opgetreden doordat de werkschijf vol is
- Problemen met GPU en het grafische stuurprogramma oplossen
- Ontbrekende tools zoeken
- Photoshop | Veelgestelde vragen over 3D-functies die niet meer beschikbaar zijn
Meer informatie over het deelvenster Tools en de bijbehorende opties, die in de contextgevoelige optiebalk worden weergegeven.
Het deelvenster Tools verschijnt links in het applicatiescherm van Photoshop. Deze tools hebben meer opties die op de contextgevoelige optiebalk worden weergegeven. Selecteer het kleine driehoekje rechtsonder bij het pictogram Tools om toegang te krijgen tot deze opties.
Bekijk hun naam en andere gegevens door de muisaanwijzer erop te plaatsen.
Een visueel overzicht van de verschillende tools in Photoshop vindt u in Toolgalerieën.
De Contextuele taakbalk is een zwevend menu met de meest relevante volgende stappen in uw workflow.
Als bijvoorbeeld een object wordt geselecteerd, wordt de Contextuele taakbalk weergegeven op het canvas met meer geselecteerde opties voor de volgende stap, zoals Selecteren en maskeren, Doezelaar, Omkeren, Aanpassingslaag maken of Selectie vullen.
Ga naar Venster > Contextuele taakbalk om deze functie uit te schakelen, aangezien deze standaard is ingeschakeld.
Momenteel kunt u deze balken weergeven en gebruiken met de volgende workflows:
Nieuwe documentworkflow
Deze balk wordt weergegeven wanneer u een nieuw, leeg document opent vanuit het Photoshop-startscherm of vanuit Bestand > Nieuw.
Workflow voor afbeelding/bestand openen
Deze balk wordt weergegeven wanneer u een afbeelding of bestand opent vanuit het startscherm (d.w.z. geen nieuw, leeg document) of via Bestand > Openen.
Workflow voor tool Tekst
Deze balk wordt weergegeven wanneer u het tooltype selecteert op de werkbalk en een tekstvak op het canvas tekent.
Workflow voor selecties
Deze balk wordt weergegeven met opties om een selectie te verfijnen of een masker te maken nadat u een selectie hebt gemaakt.
U hebt ook de mogelijkheid om de functie Generatief vullen te gebruiken zodra uw selectie is gemaakt.
Menu met meer opties
Selecteer het pictogram met de drie puntjes om toegang te krijgen tot het menu met extra opties om de taakbalken te verbergen, opnieuw in te stellen en vast te zetten. Deze handelingen worden toegepast op alle balken, dus als u een balk vastzet, worden alle toekomstige balken in uw workflow vastgezet. Als u een balk verbergt, worden alle balken verborgen totdat deze opnieuw worden geopend.
- Balk verbergen: verwijder alle contextuele taakbalken van uw scherm. U kunt ze ook opnieuw openen door te navigeren naar Venster > Contextuele taakbalk.
- Balkpositie opnieuw instellen: de contextuele taakbalk beweegt mee terwijl u aan het canvas werkt, zodat relevante tools binnen handbereik blijven. Gebruik het menu Meer opties om de positie van de balk opnieuw in te stellen.
- Balk vastzetten: maak de contextuele taakbalk desgewenst vast of los in het menu Meer opties. Bij het vastzetten blijft uw balk (en alle volgende balken) staan op de plaats waar u deze hebt vastgezet. Deselecteer Balk vastzetten in het menu Meer opties om een balk los te maken.
Workflow voor maskeren
Deze balk wordt altijd weergegeven wanneer u de werkruimte Selecteren en maskeren opent, een masker maakt op basis van een selectie of een miniatuur van een laagmasker selecteert.
Gebruik deze balk om uw masker te verfijnen door aan het gemaskeerde gebied toe te voegen of eruit te verwijderen, weergaveopties te bekijken en opties voor dichtheid en de doezelaar aan te passen.
Workflow voor Generatief uitbreiden
Deze balk wordt weergegeven wanneer de tool Uitsnijden wordt gebruikt en bevat opties voor het rechttrekken en beeldverhouding.
U hebt ook de mogelijkheid om de functie Generatief uitbreiden te gebruiken als het canvas wordt uitgebreid in plaats van uitgesneden.
Maak uw creatieve workflows eenvoudiger en gestroomlijnd met de geavanceerde tekstbewerkingsfuncties van Photoshop die u rechtstreeks via de contextuele taakbalk kunt openen.
U kunt eigenschappen van lettertypen (type, grootte en kleur), tekstuitlijning, regelafstand en spatiëring bewerken via de contextuele taakbalk.
U kunt de zelfs de lettertypestijl (vet, cursief en onderstrepen) rechtstreeks via de contextuele taakbalk aanpassen.
Een tool selecteren
Voer een van de volgende handelingen uit:
- Selecteer een tool in het deelvenster Tools. Als u rechts onder de tool een driehoekje ziet, houdt u de muisknop ingedrukt om de verborgen toolknoppen weer te geven. Selecteer de tool waarmee u wilt werken.
Of,
- Druk op de sneltoets voor de tool. De sneltoets wordt weergegeven in de knopinfo. Selecteer bijvoorbeeld de tool Verplaatsen door op 'V' te drukken.
Meer informatie over de sneltoetsen in Photoshop leest u hier.
Als u een sneltoets ingedrukt houdt, kunt u tijdelijk overschakelen op een tool. Als u de sneltoets weer loslaat, wordt de tool die u voor de tijdelijke overstap gebruikte weer geactiveerd.
Verborgen tools doorlopen
Standaard kunt u de verborgen tools doorlopen door Shift ingedrukt te houden en meerdere malen op een sneltoets voor een tool te drukken.
Als u de tools liever doorloopt zonder Shift ingedrukt te houden, kunt u deze voorkeur uitschakelen.
-
-
Schakel Shift-toets voor wisselen van tool uit.
Aanwijzers van tools wijzigen
Elke standaardaanwijzer heeft zijn eigen hotspot, de plaats waar een effect of handeling in de afbeelding begint. Bij de meeste tools kunt u overschakelen op precisiecursors waarvan het dradenkruis de hotspot is.
In de meeste gevallen is de aanwijzer van een tool identiek aan het pictogram van die tool, u ziet die aanwijzer als u de tool selecteert. De standaardaanwijzer voor de selectiekadertools is het dradenkruis , de standaardaanwijzer voor de tool Tekst is de i-vormige aanwijzer en de standaardaanwijzer voor de tekentools is het pictogram Penseelgrootte.
-
Kies Bewerken > Voorkeuren > Cursors (Windows) of Photoshop > Voorkeuren > Cursors (macOS).
-
Kies de gewenste aanwijzerinstellingen voor Tekencursors of Andere cursors en selecteer OK.
- Standaard: Hiermee worden aanwijzers als toolpictogrammen weergegeven
- Precisie: Hiermee worden aanwijzers als een dradenkruis weergegeven
- Standaardpenseeluiteinde: De rand van de aanwijzer correspondeert met ongeveer 50% van het gebied waar de tool invloed op heeft. Deze optie toont de pixels die zichtbaar worden beïnvloed
- Penseeluiteinde van volledige grootte: De rand van de aanwijzer correspondeert met ongeveer 100% van het gebied dat de tool beïnvloedt, of bijna alle pixels die worden beïnvloed
- Dradenkruis tonen in penseeluiteinde: Geeft het dradenkruis weer in het midden van het penseel
- Alleen dradenkruis tonen tijdens tekenen: Verbetert de prestaties met grote penselen
De opties bij Tekencursors bepalen de aanwijzers voor deze tools:
- Gummetje
- Potlood
- Penseel
- Retoucheerpenseel
- Kloonstempel
- Patroonstempel
- Snelle selectie
- Natte vinger
- Vervagen
- Verscherpen
- Tegenhouden
- Doordrukken
- Spons
De opties bij Andere cursors bepalen de aanwijzers voor deze tools:
- Selectiekader
- Lasso
- Veelhoeklasso
- Toverstaf
- Uitsnijden
- Segment
- Repareren
- Pipet
- Pen
- Verloop
- Lijn
- Emmertje
- Magnetische lasso
- Magnetische pen
- Pen voor vrije vorm
- Meetlat
- Kleurenpipet
Gebruik Caps Lock op uw toetsenbord om te schakelen tussen standaardcursors en precisiecursors in sommige toolaanwijzers.
Visueel het formaat of de hardheid van de tekencursors wijzigen
U kunt het formaat of de hardheid van een tekencursor wijzigen door in de afbeelding te slepen. Tijdens het slepen geeft de tekencursor een voorvertoning van uw wijzigingen weer. (Voor voorvertoningen is OpenGL vereist.)
Klik met de rechtermuisknop en houd Alt ingedrukt (Windows) of houd Control en Option ingedrukt (macOS) en sleep naar links of rechts om het formaat van een cursor te wijzigen. Sleep omhoog of omlaag om de hardheid te wijzigen.
De balk met toolopties verschijnt onder de menubalk boven in de werkruimte. De optiebalk is contextgevoelig. Dit houdt in dat deze verandert als u verschillende tools selecteert. Bepaalde instellingen in de optiebalk (zoals tekenmodi en dekking) worden gebruikt voor verschillende tools, terwijl andere instellingen specifiek zijn bedoeld voor één tool.
Met behulp van de greep kunt u de optiebalk in de werkruimte verplaatsen en aan de onder- of bovenkant van het scherm koppelen. Wanneer u de aanwijzer op een tool plaatst, wordt er knopinfo voor de tool weergegeven. Kies Venster > Opties om de optiebalk te tonen of te verbergen.
Om de standaardinstellingen van tools te herstellen, klikt u met de rechtermuisknop (Windows) of houdt u Control ingedrukt en klikt u (macOS) op het toolpictogram op de optiebalk en kiest u Tool herstellen of Alle tools herstellen in het contextmenu.
Voor meer informatie over instellingsopties voor een bepaalde tool kunt u de naam van de tool opzoeken in de Help bij Photoshop.
Zoek andere interessante onderwerpen in het deelvenster Photoshop ontdekken.
Met voorinstellingen voor tools kunt u toolinstellingen opslaan en hergebruiken. U kunt bibliotheken met voorinstellingen voor tools maken, laden en bewerken met de voorinstellingenkiezer voor tools op de optiebalk, met het deelvenster Voorinstellingen voor tools en met Beheer voorinstellingen.
Als u een voorinstelling voor een tool wilt kiezen, selecteert u de voorinstellingenkiezer voor tools in de optiebalk en selecteert u een voorinstelling in het pop-updeelvenster. U kunt ook Venster > Voorinstellingen tool kiezen en vervolgens een voorinstelling selecteren in het deelvenster Voorinstellingen voor tools.
Voorinstellingen voor een tool maken
-
Kies een tool en selecteer de opties die u als voorinstelling wilt opslaan in de optiebalk.
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
- Selecteer de knop Voorinstelling voor tool naast de tool, links op de optiebalk.
Of,
- Kies Venster > Voorinstellingen tool om het deelvenster Voorinstellingen tool weer te geven.
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
- Selecteer de knop Nieuwe voorinstelling voor tool maken .
Of,
- Kies Nieuwe voorinstelling tool in het deelvenstermenu.
-
Geef een naam op voor de voorinstelling voor de tool en selecteer OK.
De lijst met voorinstellingen voor tools wijzigen
Selecteer het driehoekje om het pop-upmenu van het deelvenster Voorinstellingen tool te openen en kies een van de volgende opties:
- Alle voorinstellingen voor tools tonen: Toont alle geladen voorinstellingen
- Sorteren op tool: De voorinstellingen worden per tool gesorteerd
- Voorinstellingen huidige tool tonen: Toont alleen de geladen voorinstellingen voor de actieve tool. U kunt ook de optie Alleen huidige tool selecteren in het pop-updeelvenster Voorinstellingen voor tools
- Alleen tekst, Kleine lijst of Grote lijst: Bepaalt hoe voorinstellingen worden weergegeven in het pop-updeelvenster
Zie Werken met Beheer voorinstellingen voor informatie over het maken, laden en beheren van bibliotheken met voorinstellingen voor tools.
Maak snel bewerkingen in Photoshop met tijdelijke sneltoetsen voor tools.
Met de functie voor tijdelijke toetsen voor tools kunt u overschakelen op een andere tool wanneer u de sneltoets ingedrukt houdt (als u de tool Verplaatsen wilt gebruiken als een tijdelijke toets, houdt u V op het toetsenbord ingedrukt). De standaardtijd is 200 milliseconden, maar u kunt deze aanpassen via Voorkeuren > Tools.
Nadat u de bewerkingen hebt uitgevoerd, laat u de toets los en kunt u weer verder werken met de tool die u eerder hebt gebruikt.