- Photoshop Handboek
- Inleiding tot Photoshop
- Photoshop en andere Adobe-producten en -services
- Photoshop op de iPad (niet beschikbaar op de vasteland van China)
- Photoshop op de iPad | Veelgestelde vragen
- Kennismaken met de werkruimte
- Systeemvereisten | Photoshop voor iPad
- Documenten maken, openen en exporteren
- Foto's toevoegen
- Werken met lagen
- Tekenen en schilderen met penselen
- Selecties maken en maskers toevoegen
- Uw composities retoucheren
- Werken met aanpassingslagen
- Pas de tonaliteit van uw compositie aan met Curven
- Transformatiebewerkingen toepassen
- Uw composities uitsnijden en roteren
- Canvas roteren, pannen, zoomen en opnieuw instellen
- Werken met tekstlagen
- Werken met Photoshop en Lightroom
- Vind ontbrekende lettertypen in Photoshop op de iPad
- Japanse tekens in Photoshop op de iPad
- App-instellingen beheren
- Aanraaksneltoetsen en bewegingen
- Sneltoetsen
- Afbeeldingsgrootte bewerken
- Livestreamen terwijl u in Photoshop werkt op de iPad
- Imperfecties corrigeren met het Retoucheerpenseel
- Penselen maken in Capture en gebruiken in Photoshop op de iPad
- Werken met Camera Raw-bestanden
- Slimme objecten maken en ermee werken
- De belichting in uw afbeeldingen aanpassen met Tegenhouden en Doordrukken
- Opdrachten voor automatische aanpassing in Photoshop op de iPad
- Gebieden uitsmeren in uw afbeeldingen met Photoshop op de iPad
- Meer of minder verzadiging van uw afbeeldingen met de tool Spons
- Vullen met behoud van inhoud voor iPad
- Photoshop op internet (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Algemene vragen
- Systeemvereisten
- Sneltoetsen
- Ondersteunde bestandsindelingen
- Kennismaken met de werkruimte
- Clouddocumenten openen en bewerken
- Generatieve AI-functies
- Basisconcepten van bewerken
- Snelle handelingen
- Werken met lagen
- Afbeeldingen retoucheren en onvolkomenheden verwijderen
- Snelle selecties maken
- Afbeeldingen verbeteringen met Aanpassingslagen
- Een opvullaag toevoegen
- Afbeeldingen verplaatsen, transformeren en uitsnijden
- Tekenen en schilderen
- Vormen tekenen en bewerken
- Werken met tekstlagen
- Met iedereen op het web werken
- App-instellingen beheren
- Afbeelding genereren
- Achtergrond genereren
- Referentieafbeelding
- Photoshop (Beta) (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Generatieve AI (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Algemene vragen over de generatieve AI in Photoshop
- Generatief vullen in Photoshop op de desktop
- Een afbeelding genereren met beschrijvende tekstopdrachten
- Generatief uitbreiden in Photoshop op de desktop
- Achtergrond vervangen met Achtergrond genereren
- Nieuwe variaties genereren met Vergelijkbare content genereren
- Generatief vullen in Photoshop op de iPad
- Generatief uitbreiden in Photoshop op de iPad
- Generatieve AI-functies in Photoshop op internet
- Content-authenticiteit (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Clouddocumenten (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Photoshop-clouddocumenten | Algemene vragen
- Photoshop-clouddocumenten | Vragen over workflow
- Clouddocumenten beheren en bewerken in Photoshop
- Cloudopslag upgraden voor Photoshop
- Kan geen clouddocumenten maken of opslaan
- Fouten met Photoshop-clouddocumenten oplossen
- Synchronisatielogboeken voor clouddocumenten verzamelen
- Anderen uitnodigen om uw clouddocumenten te bewerken
- Bestanden delen en opmerkingen in de app
- Werkruimte
- Basisbegrippen voor werkruimten
- Voorkeuren
- Sneller leren met het deelvenster Ontdekken van Photoshop
- Documenten maken
- Bestanden plaatsen
- Standaardsneltoetsen
- Sneltoetsen aanpassen
- Toolgalerieën
- Prestatievoorkeuren
- Tools gebruiken
- Voorinstellingen
- Raster en hulplijnen
- Aanraakbewegingen
- De Touch Bar gebruiken met Photoshop
- Aanraakfuncties en aanpasbare werkruimten
- Technology Previews
- Metagegevens en notities
- Photoshop-afbeeldingen in andere toepassingen opnemen
- Linialen
- Niet-afdrukbare extra's tonen of verbergen
- Het aantal kolommen voor een afbeelding opgeven
- Ongedaan maken en historie
- Deelvensters en menu's
- Elementen instellen met de functie Magnetisch
- Plaatsen met de liniaal
- Ontwerp van websites, schermen en apps
- Basisprincipes van afbeeldingen en kleuren
- Afbeeldingen vergroten/verkleinen
- Werken met raster-en vectorafbeeldingen
- Grootte en resolutie van afbeeldingen
- Afbeeldingen ophalen van camera's en scanners
- Afbeeldingen maken, openen en importeren
- Afbeeldingen weergeven
- Fout Ongeldige JPEG-markering | Afbeeldingen openen
- Meerdere afbeeldingen weergeven
- Kleurkiezers en -stalen aanpassen
- HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
- Kleuren in uw afbeelding afstemmen
- Afbeeldingen omzetten in andere kleurmodi
- Kleurmodi
- Delen van een afbeelding wissen
- Overvloeimodi
- Kleuren kiezen
- Geïndexeerde-kleurentabellen aanpassen
- Informatie over afbeeldingen
- Vervormingsfilters zijn niet beschikbaar
- Informatie over kleur
- Kleuren en monochrome instellingen aanpassen aan de hand van kanalen
- Kleuren kiezen in de deelvensters Kleur en Stalen
- Monster
- Kleurmodus of Afbeeldingsmodus
- Kleurzweem
- Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
- Stalen toevoegen uit HTML, CSS en SVG
- Bitdiepte en voorkeuren
- Lagen
- Basisbegrippen voor lagen
- Niet-destructieve bewerkingen
- Lagen en groepen maken en beheren
- Lagen selecteren, groeperen en koppelen
- Afbeeldingen in kaders plaatsen
- Laagdekking en overvloeien
- Lagen maskeren
- Slimme filters toepassen
- Laagsamenstellingen
- Lagen verplaatsen, stapelen en vergrendelen
- Lagen maskeren met vectormaskers
- Lagen en groepen beheren
- Laageffecten en laagstijlen
- Laagmaskers bewerken
- Middelen extraheren
- Lagen met uitknipmaskers tonen
- Afbeeldingsmiddelen genereren op basis van lagen
- Werken met slimme objecten
- Overvloeimodi
- Meerdere afbeeldingen combineren tot een groepsportret
- Afbeeldingen combineren met automatisch overvloeiende lagen
- Lagen uitlijnen en verdelen
- CSS kopiëren uit lagen
- Selecties uit een laag of grenzen van een laagmasker laden
- Uitnemen om inhoud van andere lagen zichtbaar te maken
- Selecties
- Aan de slag met selecties
- Selecties maken in uw compositie
- Werkruimte Selecteren en maskeren
- Selecties aanbrengen met de selectiekadertools
- Selecties maken met de lassotools
- Pixelselecties aanpassen
- Geselecteerde pixels verplaatsen, kopiëren en verwijderen
- Een tijdelijk snelmasker maken
- Een kleurbereik selecteren in een afbeelding
- Paden omzetten in selectiekaders en omgekeerd
- Basisbegrippen voor kanalen
- Selecties en alfakanaalmaskers opslaan
- De afbeeldingsgebieden met de focus selecteren
- Kanalen dupliceren, splitsen en samenvoegen
- Kanaalberekeningen
- Aan de slag met selecties
- Afbeeldingsaanpassingen
- Objectkleuren vervangen
- Perspectief verdraaien
- Vervaging door camerabeweging verminderen
- Voorbeelden van de tool Retoucheerpenseel
- Kleur-opzoektabellen exporteren
- De scherpte en vervaging van afbeeldingen aanpassen
- Kleuraanpassingen
- De aanpassing Helderheid/contrast toepassen
- Schaduwdetails en hooglichtdetails aanpassen
- Aanpassing Niveaus
- De kleurtoon en verzadiging aanpassen
- Levendigheid aanpassen
- De kleurverzadiging in afbeeldingsgebieden aanpassen
- Snel aanpassingen aanbrengen aan tinten
- Speciale kleureffecten toepassen op afbeeldingen
- Uw afbeelding verbeteren met aanpassingen in kleurbalans
- HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
- Histogrammen en pixelwaarden bekijken
- Kleuren in uw afbeelding afstemmen
- Foto's uitsnijden en rechttrekken
- Een kleurenfoto omzetten in zwart-wit
- Aanpassings- en opvullagen
- Aanpassing Curven
- Overvloeimodi
- Afbeeldingen voorbereiden voor drukken
- De kleur en toon aanpassen met de pipetten Niveaus en Curven
- HDR-belichting en -kleurtinten aanpassen
- Afbeeldingsgebieden doordrukken of tegenhouden
- Selectieve kleuraanpassingen aanbrengen
- Adobe Camera Raw
- Systeemvereisten voor Camera Raw
- Nieuwe functies in Camera Raw
- Kennismaken met Camera Raw
- Panorama's maken
- Ondersteunde lenzen
- Vignet-, korrel- en neveleffecten in Camera Raw
- Standaardsneltoetsen
- Automatische perspectiefcorrectie in Camera Raw
- Radiaalfilter in Camera Raw
- Camera Raw-instellingen beheren
- Afbeeldingen openen, verwerken en opslaan in Camera Raw
- Repareer afbeeldingen met de verbeterde tool Vlekken verwijderen in Camera Raw
- Afbeeldingen roteren, uitsnijden en aanpassen
- Kleurweergave aanpassen in Camera Raw
- Procesversies in Camera Raw
- Lokale aanpassingen aanbrengen in Camera Raw
- Afbeeldingen repareren en restaureren
- Afbeeldingen verbeteren en transformeren
- De lucht in uw afbeeldingen vervangen
- Objecten transformeren
- Uitsnijding, rotatie en canvasgrootte aanpassen
- Foto's uitsnijden en rechttrekken
- Panoramische afbeeldingen maken en bewerken
- Afbeeldingen, vormen en paden verdraaien
- Perspectiefpunt
- Schalen en de inhoud behouden
- Afbeeldingen, vormen en paden transformeren
- Tekenen en verven
- Symmetrische patronen tekenen
- Rechthoeken tekenen en lijnopties wijzigen
- Tekenen
- Vormen tekenen en bewerken
- Tekentools
- Penselen maken en wijzigen
- Overvloeimodi
- Kleur toevoegen aan paden
- Paden bewerken
- Tekenen met het mixerpenseel
- Voorinstellingen voor penselen
- Verlopen
- Interpolatie met verloop
- Selecties, lagen en paden vullen en omlijnen
- Tekenen met de pentools
- Patronen maken
- Een patroon maken met de Patroonmaker
- Paden beheren
- Bibliotheken en voorinstellingen van patronen beheren
- Tekenen of verven met een grafisch tablet
- Structuurpenselen maken
- Dynamische elementen toevoegen aan penselen
- Verloop
- Gestileerde streken tekenen met het penseel Tekeninghistorie
- Tekenen met een patroon
- Voorinstellingen synchroniseren op meerdere apparaten
- Voorinstellingen, handelingen en instellingen migreren
- Tekst
- Filters en effecten
- De galerie Vervagen gebruiken
- Basisbeginselen van filters
- Overzicht van de filtereffecten
- Belichtingseffecten toevoegen
- Het filter Adaptief groothoek gebruiken
- Het filter Olieverf gebruiken
- Het filter Uitvloeien gebruiken
- Laageffecten en laagstijlen
- Specifieke filters toepassen
- Natte vinger gebruiken in afbeeldingsgebieden
- De galerie Vervagen gebruiken
- Opslaan en exporteren
- Kleurbeheer
- Ontwerp van websites, schermen en apps
- Video en animatie
- Video's bewerken in Photoshop
- Video- en animatielagen bewerken
- Overzicht van video en animatie
- Voorvertoningen van video en animaties weergeven
- Frames tekenen in videolagen
- Videobestanden en reeksen afbeeldingen importeren
- Frameanimaties maken
- Creative Cloud 3D-animatie (Preview)
- Tijdlijnanimaties maken
- Afbeeldingen maken voor video
- Afdrukken
- 3D-objecten afdrukken
- Afdrukken vanuit Photoshop
- Afdrukken met kleurbeheer
- Contactbladen en PDF-presentaties
- Foto's afdrukken in een figuurpakketlay-out
- Steunkleuren afdrukken
- Afbeeldingen drukken op een professionele drukpers
- Kleurenafdrukken in Photoshop verbeteren
- Problemen met afdrukken oplossen | Photoshop
- Automatisering
- Handelingen maken
- Gegevensgestuurde afbeeldingen maken
- Scripts
- Een groep bestanden verwerken
- Handelingen afspelen en beheren
- Voorwaardelijke acties toevoegen
- Handelingen en het deelvenster Handelingen
- Tools opnemen in handelingen
- Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
- Photoshop-gebruikersinterfacewerkset voor plug-ins en scripts
- Problemen oplossen
- Opgeloste problemen
- Bekende problemen
- Prestaties van Photoshop optimaliseren
- Problemen oplossen - basis
- Problemen oplossen voor crash of vastlopen
- Programmafouten oplossen
- Fouten oplossen die zijn opgetreden doordat de werkschijf vol is
- Problemen met GPU en het grafische stuurprogramma oplossen
- Ontbrekende tools zoeken
- Photoshop | Veelgestelde vragen over 3D-functies die niet meer beschikbaar zijn
U kunt verschillende bewerkingen uitvoeren op tekst om de vormgeving van tekst te wijzigen. U kunt tekst bijvoorbeeld verdraaien, omzetten in vormen of er een slagschaduw aan toevoegen. Een van de gemakkelijkste manieren voor het aanbrengen van teksteffecten bestaat uit het afspelen van de Photoshop-standaaardhandelingen voor teksteffecten op een tekstlaag. Kies Teksteffecten in het menu van het deelvenster Handelingen voor toegang tot deze effecten.
Tekst langs of binnen een pad maken
U kunt tekst invoeren die langs de rand van een tijdelijk pad loopt dat is gemaakt met een pen- of vormtool. Wanneer u tekst invoert langs een pad, loopt deze in de richting waarin ankerpunten aan het pad zijn toegevoegd. Als u horizontale tekst invoert op een pad, worden de letters loodrecht op de basislijn weergegeven. Als u verticale tekst invoert op een pad, worden de letters parallel aan de basislijn weergegeven.
U kunt ook tekst typen in een gesloten pad. In dat geval wordt tekst echter altijd horizontaal gericht en wordt een regeleinde ingevoegd wanneer de tekst de grenzen van het pad bereikt.
Als u een pad verplaatst of de vorm van een pad verandert, past verwante tekst zich aan de nieuwe locatie of vorm van het pad aan.
Tekst invoeren langs een pad
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
Selecteer de tool Horizontale tekst of Verticale tekst .
Selecteer de tool Masker voor Horizontale tekst of Masker voor Verticale tekst .
-
Plaats de aanwijzer zo dat de basislijnindicator van de tool Tekst zich op het pad bevindt en klik. Nadat u hebt geklikt, verschijnt een invoegpunt op het pad.
-
Voer de tekst in. Horizontale tekst wordt loodrecht op de basislijn langs het pad weergegeven. Verticale tekst wordt parallel aan de basislijn langs het pad weergegeven.Opmerking:
Als u de verticale uitlijning van tekst op een pad beter wilt bepalen, gebruikt u de optie voor het verschuiven van de letterlijn in het deelvenster Teken. U kunt bijvoorbeeld een negatieve waarde invoeren in het tekstvak voor verschuiving van de basislijn om de tekst lager te plaatsen.
Tekst in een pad verplaatsen of omdraaien
-
Selecteer de tool Direct selecteren of Padselectie en plaats het boven de tekst. De aanwijzer verandert in een I‑vormige aanwijzer met pijl .
Als u tekst wilt verplaatsen, klikt u op de tekst en sleept u deze langs het pad. Zorg dat u de tekst niet naar de andere kant van het pad sleept.
Als u de tekst wilt omdraaien naar de andere kant van het pad, klikt u op de tekst en sleept u deze over het pad heen.
Als u tekst over een pad wilt verplaatsen, zonder de tekstrichting te wijzigen, gebruikt u de optie voor verticale verplaatsing in het deelvenster Teken. Bijvoorbeeld, als u tekst hebt gemaakt die van links naar rechts over een cirkel loopt, kunt u een negatieve waarde invoeren in het tekstvak voor het verschuiven van de basislijn om de tekst te laten vallen zodat deze aan de binnenkant langs de cirkel loopt.
Tekst in een gesloten pad typen
-
Selecteer de tool Horizontale tekst .
-
Plaats de aanwijzer in het pad.
-
Wanneer de tool Tekst tussen gestippelde haakjes is geplaatst , klikt u om tekst in te voegen.
Een pad met tekst verplaatsen
-
Selecteer de tool Padselectie of Verplaatsen , en klik en sleep het pad vervolgens naar een nieuwe locatie. Als u de tool Padselectie gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de aanwijzer niet in een I‑vormige aanwijzer met een pijl verandert omdat u dan de tekst langs het pad verplaatst.
De vorm van een pad met tekst wijzigen
-
Selecteer de tool Direct selecteren .
-
Klik op een ankerpunt op het pad en wijzig de vorm van het pad met de grepen.
Tekst verdraaien en de verdraaiing van tekst ongedaan maken
U kunt tekst verdraaien om een bepaald teksteffect te verkrijgen. U kunt tekst bijvoorbeeld verdraaien in de vorm van een boog of golf. De geselecteerde verdraaiing is een kenmerk van de tekstlaag. U kunt de verdraaiing van een laag op elk moment wijzigen om de vorm van de verdraaiing aan te passen. Verdraaiingsopties geven u nauwkeurige controle over de richting en het perspectief van het verdraaiingseffect.
Tekstlagen met de opmaak Faux vet of met lettertypen zonder omtrekgegevens (zoals bitmaplettertypen) kunt u niet verdraaien.
Type verdraaiing
-
Selecteer een tekstlaag.
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
Selecteer een teksttool en klik op de knop Verdraaide tekst maken op de optiebalk.
Kies Tekst > Tekst verdraaien.
Opmerking:U kunt de opdracht Verdraaien gebruiken om tekst in een tekstlaag te verdraaien. Kies Bewerken > Transformatie pad > Verdraaien.
-
Kies een verdraaiingsstijl in het pop-upmenu Stijl.
-
Selecteer de richting van het verdraaiingseffect, Horizontaal of Verticaal.
-
Geef desgewenst waarden op voor aanvullende verdraaiingsopties:
Buigen om de mate van verdraaiing van de laag op te geven
Horizontale vervorming of Verticale vervorming om perspectief toe te passen op de verdraaiing
Tekstverdraaiing ongedaan maken
-
Selecteer een tekstlaag waarop verdraaiing is toegepast.
-
Selecteer een teksttool en klik op de knop Verdraaide tekst maken op de optiebalk of kies Laag > Tekst > Tekst verdraaien.
-
Kies Geen in het pop-upmenu Stijl en klik op OK.
Een tijdelijk pad maken van tekst
U kunt teksttekens omzetten in een tijdelijk pad, zodat u met de tekens kunt werken als vectorvormen. Een tijdelijk pad is een pad dat tijdelijk wordt weergegeven in het deelvenster Paden en dat de omtrek van een vorm bepaalt. Als u een tijdelijk pad hebt gemaakt van een tekstlaag, kunt u het pad net als elk ander pad opslaan en manipuleren. U kunt tekens in het pad niet bewerken als tekst, maar de oorspronkelijke tekstlaag blijft intact en kan worden bewerkt.
-
Selecteer een tekstlaag en kies Tekst > Tijdelijk pad maken.
Opmerking:U kunt geen tijdelijke paden maken van lettertypen zonder omtrekgegevens (zoals bitmaplettertypen).
Tekst omzetten in vormen
Wanneer u tekst omzet in vormen, wordt de tekstlaag vervangen door een laag met een vectormasker. U kunt het vectormasker bewerken en stijlen op de laag toepassen. U kunt de tekens in de laag echter niet bewerken als tekst.
-
Selecteer een tekstlaag en kies Tekst > Omzetten in vorm.
Opmerking:U kunt geen vormen maken van lettertypen zonder omtrekgegevens (zoals bitmaplettertypen).
Een selectiekader voor tekst maken
Met de tool Masker voor horizontale tekst of de tool Masker voor verticale tekst kunt u een selectie maken in de vorm van de tekst. Tekstselecties verschijnen op de actieve laag en kunnen net als elke andere selectie worden verplaatst, gekopieerd, opgevuld of omlijnd.
-
Selecteer de laag waarop de selectie moet verschijnen. De beste resultaten krijgt u als u het tekstselectiekader maakt op een gewone afbeeldingslaag, niet op een tekstlaag. Als u het selectiekader van de tekst wilt vullen of omlijnen, dient u het selectiekader aan te brengen op een nieuwe, lege laag.
-
Selecteer de tool Masker voor Horizontale tekst of Masker voor Verticale tekst .
-
Selecteer aanvullende tekstopties en typ tekst op een bepaalde positie of in een selectiekader.
Terwijl u tekst invoert, wordt boven de actieve laag een rood masker weergegeven. Nadat u op de knop Vastleggen hebt geklikt, wordt het selectiekader in de afbeelding weergegeven op de actieve laag.
Een slagschaduw toevoegen aan tekst
Voeg een slagschaduw toe om diepte te geven aan tekst in een afbeelding.
-
Selecteer in het deelvenster Lagen de laag met de tekst waaraan u een slagschaduw wilt toevoegen.
-
Klik op de knop Laagstijl onder aan het deelvenster Lagen en kies Slagschaduw in de lijst die wordt weergegeven.
-
Plaats het dialoogvenster Laagstijl zo dat u de laag en de slagschaduw kunt zien.
-
Pas de instellingen naar wens aan. U kunt verschillende aspecten van de schaduw wijzigen, bijvoorbeeld de wijze waarop de schaduw overvloeit in de onderliggende lagen, de dekking van de schaduw (de mate waarin de onderliggende lagen zichtbaar zijn), de hoek van het licht en de afstand van de schaduw tot de tekst of het object.
-
Als u tevreden bent met de slagschaduw, klikt u op OK.Opmerking:
Als u dezelfde instellingen voor de slagschaduw wilt gebruiken op een andere laag, houdt u Alt ingedrukt en sleept u de laag met de slagschaduw in het deelvenster Lagen naar een andere laag. Wanneer u de muisknop loslaat, worden de kenmerken van de slagschaduw toegepast op de desbetreffende laag.
Tekst vullen met een afbeelding
U kunt tekst met een afbeelding vullen door een uitknipmasker toe te passen op een afbeeldingslaag die zich direct boven een tekstlaag in het deelvenster Lagen bevindt.
-
Open het bestand met de afbeelding die u in de tekst wilt gebruiken.
-
Selecteer de tool Horizontale tekst of Verticale tekst in de toolset.
-
Klik op het tabblad Teken om het deelvenster Teken weer te geven op de voorgrond of klik op Venster > Teken als het deelvenster niet is geopend.
-
Selecteer het lettertype en andere tekstkenmerken in het deelvenster Teken. U kunt het best grote, vette letters kiezen.
-
Klik een invoegpunt in het documentvenster en typ de gewenste tekst. Als u tevreden bent met de tekst, drukt u op Ctrl+Enter (Windows) of Command+Return (Mac OS).
-
Klik op het tabblad Lagen om het deelvenster Lagen weer te geven op de voorgrond of klik op Venster > Lagen als het deelvenster niet is geopend.
-
(Optioneel) Als de afbeeldingslaag de achtergrondlaag is, dubbelklikt u op de afbeeldingslaag in het deelvenster Lagen om de achtergrondlaag om te zetten in een normale laag.Opmerking:
Achtergrondlagen zijn vergrendeld en u kunt deze niet verplaatsen in het deelvenster Lagen. Achtergrondlagen dienen te worden omgezet in een normale laag om ze te kunnen ontgrendelen.
-
(Optioneel) U kunt de laag een nieuwe naam geven in het dialoogvenster Nieuwe Laag. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten en de afbeeldingslaag om te zetten.
-
Sleep de afbeeldingslaag in het deelvenster Lagen zodanig dat deze zich vlak boven de tekstlaag bevindt.
-
Kies Laag > Uitknipmasker maken terwijl de afbeeldingslaag is geselecteerd. De afbeelding verschijnt in de tekst.
-
Selecteer de tool Verplaatsen en sleep de afbeelding om de positie van de afbeelding in de tekst te wijzigen.Opmerking:
Als u niet de afbeelding, maar tekst wilt verplaatsen, selecteert u de tekstlaag in het deelvenster Lagen en verplaatst u de tekst met de tool Verplaatsen.