Handboek Annuleren

Verloop in Photoshop

Leer hoe u verschillende typen verlopen maakt met Photoshop

Onderwerpen in dit artikel:

Het toepassen van verlopen is een van de belangrijkste workflows die de grondbeginselen van bewerking van digitale afbeeldingen vormt. Verloop biedt informatie over de verandering in de kleurintensiteit van uw afbeelding in een bepaalde richting.

Een verloopvulling aanbrengen

Met de tool Verloop kunt u verschillende kleuren geleidelijk in elkaar laten overgaan. U kunt kiezen uit een aantal vooraf ingestelde verloopvullingen, maar u kunt ook zelf een vulling maken.

Opmerking:

U kunt de tool Verloop niet gebruiken voor bitmapafbeeldingen of afbeeldingen in geïndexeerde kleuren.

  1. Als u maar een gedeelte van de afbeelding wilt vullen, selecteert u eerst het gewenste gebied. Als u dit niet doet, wordt de verloopvulling toegepast op de gehele actieve laag.
  2. Selecteer de tool Verloop . (Als de tool niet zichtbaar is, houdt u de tool Emmertje ingedrukt.)

  3. Kies in de optiebalk een vulling uit het brede verloopvoorbeeld:
    • Selecteer op het driehoekje naast het voorbeeld om een vooraf ingestelde verloopvulling te kiezen.

    • Selecteer in het voorbeeld om het dialoogvenster Verloopbewerker weer te geven. Selecteer een vooraf ingestelde verloopvulling of maak een nieuwe verloopvulling. (Zie Een vloeiend verloop maken.)

    Opmerking:

    De voorinstelling Neutrale dichtheid is een handig fotografisch filter voor zonsondergangen en andere scènes met veel contrast.

  4. Selecteer een optie om te bepalen hoe het startpunt (waar de muisknop wordt ingedrukt) en het eindpunt (waar de muisknop wordt losgelaten) de vormgeving van het verloop beïnvloeden.

    Lineair verloop: hiermee wordt het verloop van het startpunt naar het eindpunt in een rechte lijn toegepast.

    Radiaal verloop: hiermee wordt het verloop van het startpunt naar het eindpunt in een cirkelpatroon toegepast.

    Hoekverloop: hiermee wordt het verloop met een zwaai naar links vanaf het startpunt toegepast.

    Gespiegeld verloop: hiermee wordt hetzelfde lineaire verloop aan beide kanten van het startpunt toegepast.

    Ruitverloop: hiermee wordt het verloop vanaf het midden naar de buitenste hoeken van een ruitpatroon toegepast

  5. Voer de volgende handelingen uit op de optiebalk:

    • Stel de gewenste overvloeimodus en dekking in voor de verf. (Zie Overvloeimodi.)
    • Selecteer Omkeren als u de volgorde van kleuren in de verloopvulling wilt omkeren.
    • Selecteer Dithering als u een vloeiender verloop met minder zichtbare overgangen wilt maken.
    • Selecteer Transparantie als u een transparantiemasker voor de verloopvulling wilt gebruiken. (Zie De transparantie instellen voor een verloop.)
    • Als u een methode voor de verloopvulling wilt selecteren, kiest u een van de methodeopties: Perceptueel, Lineair of Klassiek. (Zie Verloopinterpolatie in Photoshop.)
  6. Plaats de cursor op de gewenste positie voor het beginpunt van het verloop en sleep totdat de cursor op het gewenste eindpunt staat. Als u de hoek van de te volgen lijn wilt beperken tot veelvouden van een hoek van 45°, houdt u Shift ingedrukt tijdens het slepen.

Verbeterde verlopen

Bijgewerkt in Photoshop 24.5 (release van mei 2023)

De functie Verlopen is aanzienlijk verbeterd en de workflow is versneld met de introductie van nieuwe besturingselementen op uw canvas en een live voorvertoning, die automatisch wordt gemaakt en die niet-destructief kan worden bewerkt.

U kunt nu snel en eenvoudig prachtige verlopen tekenen, voorvertonen en wijzigen met een verbeterde tool Verloop in de Photoshop-desktop-app. U kunt op het canvas zelf kleurstops maken en uw verloop bewerken. U kunt ook de kleur, dichtheid en overvloeimodus van het verloop, het middelpunt en de spread op het canvas beheren, maar ook meerdere kleurstops toevoegen, de kleur van de kleurstops wijzigen om het verloop te bewerken met deze functie.

De functie verlopen is de standaardinstelling. (Er is geen handeling vereist, tenzij u kiest voor een klassiek verloop.)

Wanneer u een pixellaag hebt geselecteerd, kunt u de manier kiezen waarop u wilt werken: niet-destructief (modus Verloop) of destructief (modus Klassiek verloop). Wanneer u bezig bent met een laag met verloopvulling, schakelt de tool naar de juiste modus op basis van geselecteerde laag, verloopvulling of masker.

Ga als volgt te werk om de nieuwe functie  verloop te gebruiken:

  1. Selecteer het canvas en sleep de widget Verloop over het canvas. Tijdens het slepen kunt u de hoek en lengte van het verloop wijzigen. Wanneer u de muisaanwijzer loslaat, kunt u de lengte en de hoek wijzigen door nogmaals te klikken en te slepen.

  2. Wijzig de middelpunten tussen de kleurstops door te klikken op de ruitvorm pictogrammen en te slepen.

    Live verlopen in Photoshop

  3. Verwijder de kleurstops in de widget op het canvas door de kleurstopcirkels te selecteren en weg te slepen van de verlooplijn. In de widget Verloop op het canvas dubbelklikt u op de kleurstops (cirkelgebied) om de kleur te wijzigen met de kleurkiezer.

  4. Kies een aanpassingsvoorinstelling in het vervolgkeuzemenu of in het deelvenster Eigenschappen.

Verlopen toevoegen aan een masker

Geïntroduceerd in Photoshop 24.5 (release van mei 2023)

Voer de volgende stappen uit om te leren hoe u een verloop toevoegt aan een masker:

  1. Selecteer een gebied in uw afbeelding op de plaats waar u een verloop wilt toepassen en gebruik de tool Verloop om een verloop toe te voegen aan het masker.

  2. Sleep de muis over de selectie om het verloop toe te passen. U kunt het masker met de update nu weergeven in de verloopminiatuur in het deelvenster Lagen.

  3. Wijzig het verloop door een selectie te maken uit de verschillende typen (zie Een verloopvulling toepassen) door de muis herhaaldelijk over de selectie te slepen.

Een verloop toevoegen aan een slimme filter (masker)

Geïntroduceerd in Photoshop 24.5 (release van mei 2023)

Voer de volgende stappen uit om te leren hoe u een verloop toevoegt aan een slim filter:

  1. Voeg een filter toe aan uw slimme object. (Bekijk Slimme filters toepassen om te leren hoe u dat doet.)

  2. Selecteer de miniatuur Slimme filters en vervolgens de tool Verloop om het verloop toe te passen.

  3. Sleep de muis over het canvas om het verloop toe te passen op het slimme filter. Bekijk hoe de miniatuur wordt bijgewerkt.

  4. Maak een keuze uit de reeks Photoshop-filters en verplaats de widget over het canvas om leuke effecten te maken. U kunt ook andere aanpassingen aanbrengen, zoals het wijzigen van het middelpunt.

Contextmenu en sneltoetsen voor de tool Verloop

Gebruik de sneltoetsen om te controleren of het juiste contextmenu wordt weergegeven wanneer er een kleurstop is geselecteerd en wanneer deze niet is geselecteerd. Klik op een willekeurige plek op het canvas om alle kleurstops te deselecteren.

Bestaand gedrag macOS Windows Resultaat
Wanneer er geen kleurstop is geselecteerd
Control + muisklik (links/rechts) Klik met rechtermuisknop Lijst met verlopen wordt getoond
Wanneer een kleurstop is geselecteerd Control + klik met linkermuisknop van de muis Klik met rechtermuisknop HUD om de kleur te wijzigen
Wanneer een kleurstop is geselecteerd
Option + klik met linkermuisknop
Alt + klik met linkermuisknop Monster nemen om de kleur te wijzigen

 

Een verloop in het deelvenster Verloop selecteren

Verlopen op lagen toepassen

Voer een van de volgende handelingen uit om een verloop als laageffect toe te passen op tekstlagen:

  • Selecteer een of meer tekstlagen in het deelvenster Lagen en klik vervolgens op een verloop in het deelvenster Verloop om dit toe te passen.
  • Sleep een verloop vanuit het deelvenster Verloop naar de tekstinhoud in het canvasgebied.
  • Sleep een verloop vanuit het deelvenster Verloop naar een laag in het deelvenster Lagen.  

Voer een van de volgende handelingen uit om een verloop als vormvulling toe te passen op een vormlaag:

  • Selecteer een of meer tekstlagen in het deelvenster Lagen en klik vervolgens op een verloop in het deelvenster Verloop om dit toe te passen.
  • Sleep een verloop vanuit het deelvenster Verloop naar de tekstinhoud in het canvasgebied.
  • Sleep een verloop vanuit het deelvenster Verloop naar een laag in het deelvenster Lagen. 

Voer een van de volgende handelingen uit om een verloop als opvullaag toe te passen op tekst- of vormlagen:

  • Houd Command (Mac)/Alt (Windows) ingedrukt en sleep een verloop vanuit het deelvenster Verloop naar de tekstinhoud in het canvasgebied.
  • Houd Command (Mac)/Alt (Windows) ingedrukt en sleep een verloop vanuit het deelvenster Verloop naar een laag in het deelvenster Lagen.  

Ga als volgt te werk om een verloop toe te passen op pixellagen:

  1. Sleep een verloop vanuit het deelvenster Verloop naar een pixellaag in het deelvenster Lagen.
  2. Photoshop maakt automatisch een opvullaag boven op de pixellaag.  

Voorinstellingen voor verlopen in groepen indelen

Verlopen onder een nieuwe groep indelen:

  1. Klik in het deelvenster Verloop (Venster > Verloop) op het pictogram Nieuwe groep maken. 
  2. Vul een groepsnaam in en klik op OK. 
  3. Sleep een verloop of gebruik de Shift-toets om meerdere verlopen te selecteren om deze binnen de groep te slepen.

Geneste groepen maken:

  1. Selecteer een groep in het deelvenster Verloop.
  2. Sleep die groep nu naar een andere groep.

Verouderde verlopen tonen

In het menu van deelvenster Verloop kiest u Verouderde verlopen.

De standaardvoorinstellingen van verloop herstellen

Kies in het menu van het deelvenster Verloop de optie Standaardverloop toevoegen om de standaardwaarden voor verloop toe te voegen aan de lijst met voorinstellingen voor verloop.

standaardverloop toevoegen

De weergave van vooraf ingestelde verlopen wijzigen

Kies een weergaveoptie in het deelvenstermenu Verloop:

Alleen tekst: hiermee worden de verlopen als lijst weergegeven

Kleine of grote miniaturen: hiermee worden de verlopen als miniaturen weergegeven

Kleine of grote lijst: hiermee worden de verlopen als lijst met miniaturen weergegeven

De naam van een vooraf ingesteld verloop wijzigen

  • Wanneer de verlopen als miniaturen worden weergegeven in het deelvenster, dubbelklikt u op een verloop, typt u een nieuwe naam en klikt u op OK.
  • Wanneer de verlopen als lijst of alleen als tekst worden weergegeven in het deelvenster, dubbelklikt u op een verloop, typt u een nieuwe naam en drukt u op Enter (Windows) of Return (macOS).

Overzicht van de Verloopbewerker

Klik op het actieve verloopvoorbeeld in de optiebalk om het dialoogvenster Verloopbewerker weer te geven. (Als u de muisaanwijzer boven het verloopvoorbeeld plaatst, verschijnt de knopinfo 'Klik om het verloop te bewerken'.)

Met het dialoogvenster Verloopbewerker kunt u zelf nieuwe verlopen maken door een kopie van een bestaand verloop te bewerken. U kunt ook extra kleuren in het verloop opnemen en op die manier overgangen maken die uit meer dan twee kleuren bestaan.

Het dialoogvenster Verloopbewerker in Photoshop
Het dialoogvenster Verloopbewerker

A. Deelvenstermenu B. Dekkingstop C. Kleurstops D. Waarden aanpassen of de geselecteerde dekking- of kleurstop verwijderen E. Middelpunt 

Een set vooraf ingestelde verlopen opslaan als bibliotheek

  1. Klik op Opslaan in het dialoogvenster Verloopbewerker of kies Verlopen opslaan in het menu Verloopkiezer in de optiebalk.
  2. Kies een locatie voor de bibliotheek met verlopen, voer een bestandsnaam in en klik op Opslaan.

    U kunt de bibliotheek opslaan op een willekeurige locatie. Als u het bibliotheekbestand echter opslaat in de map Presets/Gradients in de standaardmap met voorinstellingen, verschijnt de naam van de bibliotheek onder aan het deelvenstermenu nadat u Photoshop opnieuw hebt gestart.

Een bibliotheek met vooraf ingestelde verlopen laden

Voer een van de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Verloopbewerker:
  • Klik op Laden om een bibliotheek aan de huidige lijst toe te voegen. Selecteer het bibliotheekbestand dat u wilt gebruiken en klik op Laden.

  • Kies Verlopen vervangen in het deelvenstermenu om de huidige lijst te vervangen door een andere bibliotheek. Selecteer het bibliotheekbestand dat u wilt gebruiken en klik op Laden.

  • Kies een bibliotheekbestand onder aan het deelvenstermenu. Klik op OK om de huidige lijst te vervangen of op Toevoegen om de bibliotheek aan de huidige lijst toe te voegen.

Opmerking:

U kunt ook Verlopen laden of Verlopen vervangen selecteren of een bibliotheek met verlopen kiezen in het menu Verloopkiezer op de optiebalk.

Een vloeiend verloop maken

  1. Selecteer de tool Verloop .

  2. Klik in het verloopvoorbeeld in de optiebalk om het dialoogvenster Verloopbewerker te openen.
  3. Als u het nieuwe verloop op basis van een bestaand verloop wilt maken, selecteert u een verloop in het gedeelte Voorinstellingen van het dialoogvenster.
  4. Kies Effen in het pop-upmenu Verlooptype.
  5. Klik op de linkerkleurstop  onder de verloopbalk om de uitgangskleur van het verloop vast te leggen. Het driehoekje boven de kleurstop wordt zwart  om aan te geven dat u de uitgangskleur bewerkt.
  6. Voer een van de volgende handelingen uit om een kleur te kiezen:
    • Dubbelklik op de kleurstop of klik op het kleurstaal in het gedeelte Stops van het dialoogvenster. Kies een kleur en klik op OK.

    • Kies een optie in het pop-upmenu Kleur in het gedeelte Stops van het dialoogvenster.

    • Plaats de cursor op de verloopbalk. De cursor verandert nu in een pipet. Klik in de verloopbalk als u een van de daar aanwezige kleuren wilt gebruiken of klik in de afbeelding als u een kleur uit de afbeelding wilt gebruiken.

  7. Klik op de rechterkleurstop onder de verloopbalk om de resultaatkleur te bepalen. Kies vervolgens een kleur.
  8. Voer een van de volgende handelingen uit als u de positie van het begin- of eindpunt wilt wijzigen.
    • Sleep de betreffende kleurstop naar de gewenste locatie.

    • Klik op de desbetreffende kleurstop en geef een waarde op voor Locatie in het gedeelte Stops van het dialoogvenster. Een waarde van 0% betekent het linkeruiteinde van de verloopbalk, een waarde van 100% betekent het rechteruiteinde.

  9. Als u de locatie van het middenpunt wilt wijzigen (het punt in het verloop waar uitgangskleur en resultaatkleur in evenwicht zijn), sleept u het ruitje  onder de verloopbalk naar links of naar rechts. U kunt ook op het ruitje klikken en vervolgens een nieuwe waarde voor Locatie opgeven.
  10. Als u extra tussenliggende kleuren wilt toevoegen aan een verloop, klikt u onder de verloopbalk om nog een kleurstop te definiëren. Volg dezelfde procedure als bij begin- en eindpunt om de kleur, de locatie en het middenpunt voor de tussenkleur vast te leggen.
  11. Als u de kleurstop die u bewerkt, wilt verwijderen, klikt u op Verwijderen of sleept u de stop net zover naar beneden tot deze verdwijnt.
  12. U kunt de overgang tussen de kleuren in het verloop bepalen door een waarde op te geven in het tekstvak Vloeiend of door de pop-upschuifregelaar Vloeiend te slepen.
    Met vloeiendheid wordt beschreven hoe we de kleur in een bepaalde strook kiezen terwijl we van kleurstop naar middenpunt naar kleurstop in het gehele verloop gaan. Met een eenvoudig verloop met twee stops en een standaardmiddenpunt heeft vloeiendheid in theorie geen effect. De stopwaarden bevinden zich al in één lijn. De vloeiendheidswaarde 0 gaat in rechte lijnen waarbij stops en middenpunten worden verbonden, terwijl een waarde van 100% voor een spline-curve zorgt.

  13. Indien gewenst kunt u ook transparantiewaarden voor het verloop opgeven.
  14. Voer een naam in voor het nieuwe verloop.
  15. Als u het verloop wilt opslaan als voorinstelling, klikt u op Nieuw als u klaar bent.
    Opmerking:

    Nieuwe voorinstellingen worden opgeslagen in een voorkeurenbestand. Als dit bestand wordt verwijderd of beschadigd of als u voorinstellingen uit de standaardbibliotheek herstelt, gaan de nieuwe voorinstellingen verloren. Als u nieuwe voorinstellingen permanent wilt opslaan, slaat u ze op in een bibliotheek.

De transparantie instellen voor een verloop

Voor elke verloopvulling zijn er opties die de dekking bepalen op verschillende plaatsen in het verloop. U kunt bijvoorbeeld een uitgangskleur gebruiken met een dekking van 100% en deze geleidelijk laten overgaan in een resultaatkleur die maar een dekking van 50% heeft. In de voorvertoning van het verloop wordt de mate van transparantie weergegeven in de vorm van een schaakbordpatroon.

  1. Maak een verloop.
  2. Klik op de linkerdekkingstop boven de verloopbalk om de uitgangsdekking aan te passen. Het driehoekje onder de stop wordt zwart om aan te geven dat u de uitgangstransparantie bewerkt.
  3. Geef een waarde op in het tekstvak Dekking of sleep de pop-upschuifregelaar Dekking in het gedeelte Stops van het dialoogvenster.
  4. Klik op de rechtertransparantiestop boven de verloopbalk om de dekking van het eindpunt aan te passen. Stel vervolgens in het gedeelte Stops de dekking in.
  5. Voer een van de volgende handelingen uit als u de positie van begin- of einddekking wilt wijzigen.
    • Sleep de desbetreffende dekkingstop naar links of naar rechts.

    • Selecteer de desbetreffende dekkingstop en geef een nieuwe waarde op voor Locatie.

  6. Voer een van de volgende handelingen uit om de positie van het middenpunt voor dekking te wijzigen (het punt waar begin- en einddekking in evenwicht zijn):
    • Sleep het ruitje boven de verloopbalk naar links of naar rechts.

    • Selecteer het ruitje en geef een nieuwe waarde op voor Locatie.

  7. Als u de dekkingstop die u aan het bewerken bent, wilt verwijderen, klikt u op Verwijderen.
  8. Als u een tussendekking in het masker wilt opnemen, klikt u boven de verloopbalk om een nieuwe dekkingstop te definiëren. U kunt de instellingen en locatie van de toegevoegde dekking op dezelfde manier bewerken en verplaatsen als die van de begindekking en de einddekking. U kunt een tussendekking verwijderen door de desbetreffende transparantiestop via de bovenkant van de verloopbalk weg te slepen.
  9. Als u het verloop wilt opslaan als voorinstelling, typt u een naam in het tekstvak Naam en klikt u op Nieuw. Het verloop wordt dan met de door u vastgelegde transparantie-instellingen opgenomen in de lijst voorinstellingen.

Een verloop met ruis maken

In een verloop met ruis wordt een willekeurige verdeling gebruikt van de kleuren binnen een door u op te geven bereik.

Ruisverloop met verschillende waarden voor ruwheid in Photoshop
Ruisverloop met verschillende waarden voor ruwheid

A. 10% ruwheid B. 50% ruwheid C. 90% ruwheid 

  1. Selecteer de tool Verloop .

  2. Klik in het verloopvoorbeeld in de optiebalk om het dialoogvenster Verloopbewerker te openen.
  3. Als u het nieuwe verloop op basis van een bestaand verloop wilt maken, selecteert u een verloop in het gedeelte Voorinstellingen van het dialoogvenster.
  4. Kies Ruis in het pop-upmenu Verlooptype en stel de volgende opties in:

    Ruwheid: hiermee bepaalt u hoe geleidelijk de overgang tussen de kleurgebieden in het verloop is.

    Kleurmodel: hiermee wijzigt u de kleurcomponenten die u kunt aanpassen. Sleep de schuifregelaars voor elke component om het bereik met acceptabele waarden te definiëren. Als u bijvoorbeeld HSB hebt gekozen als model, kunt u instellen dat in het verloop alleen tinten blauw-groen worden gebruikt met een hoge verzadiging en een gemiddelde helderheid

    Kleuren beperken: hiermee voorkomt u oververzadigde kleuren

    Transparantie toevoegen: hiermee voegt u transparantie toe aan willekeurige kleuren

    Willekeurig: hiermee ontstaat een willekeurig verloop op basis van de instellingen. Selecteer de knop totdat u een gepaste instelling vindt

  5. Als u het verloop met de opgegeven instellingen wilt opslaan als voorinstelling, typt u een naam in het tekstvak Naam en klikt u op Nieuw.

Voorinstellingen voor verlopen gebruiken

Lees alles over het toepassen van de nieuwe en verbeterde deelvensters voor Voorinstellingen van Photoshop. Julieanne Kost onderzoekt alles, van stalen tot patronen, van verlopen tot stijlen en vormen.

Julieanne Kost

Verwante informatie


Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?