Handboek Annuleren

Belichtingseffecten toevoegen

  De verouderde 3D-functies van Photoshop zijn vanaf juli 2024 verwijderd. In de Photoshop-app (bèta) kunt u echter naadloos 3D-objecten toevoegen aan uw 2D-ontwerpen met de app Adobe Substance 3D Viewer (bèta). Klik hier voor meer informatie.

Het filter Belichtingseffecten toepassen

Met het filter Belichtingseffecten kunt u allerlei belichtingseffecten op RGB-afbeeldingen toepassen. U kunt ook met structuren uit grijswaardenbestanden (de zogeheten grijsstructuren) 3D-achtige effecten creëren en uw eigen stijlen opslaan en deze op andere afbeeldingen toepassen.

Opmerking:

Het filter Belichtingseffecten werkt alleen voor 8-bits RGB-afbeeldingen in Photoshop. Voor het gebruik van Belichtingseffecten hebt u een ondersteunde videokaart nodig. Zie deze Veelgestelde vragen voor meer informatie.

  1. Kies Filter > Rendering > Belichtingseffecten.
  2. Kies een stijl in het menu Voorinstellingen in de linkerbovenhoek.

  3. In het voorvertoningsvenster selecteert u de afzonderlijke lichten die u wilt aanpassen. Voer vervolgens in de bovenste helft van het deelvenster Eigenschappen een van de volgende handelingen uit:

    • Kies een soort licht (Spot, Oneindig of Punt) in het bovenste menu.
    • Pas de kleur, de intensiteit en de hotspotgrootte aan.
  4. In de onderste helft van het deelvenster Eigenschappen past u de volledige set lichten met deze opties aan:

    Vullen met kleur

    Klik om de algemene belichting een kleur te geven.

    Belichting

    Hiermee bepaalt u de hooglicht- en schaduwdetails.

    Glans

    Hiermee bepaalt u hoeveel licht oppervlakken reflecteren.

    Metallic

    Hiermee bepaalt u wat beter reflecteert: het licht of het object waarop het licht schijnt.

    Omgeving

    Hiermee spreidt u het licht alsof het met ander licht in een kamer wordt gecombineerd, bijvoorbeeld zonlicht of TL-verlichting. Kies een waarde van 100 om alleen de lichtbron te gebruiken of een waarde van -100 om de lichtbron te verwijderen.

    Structuur

    Past een structuurkanaal toe.

Expert aan het woord: Lesbestanden over belichtingseffecten

Krijg de speciale werkruimte voor belichtingseffecten snel onder de knie. In deze zelfstudie van Dan Moughamian wordt alles stap voor stap uitgelegd.

Zie ook deze overzichtsvideo over belichtingseffecten van Matt Kloskowski.

Typen belichtingseffecten

U kunt kiezen uit verschillende belichtingstypen:

Punt

Schijnt licht in alle richtingen van direct boven de afbeelding, net als een gloeilamp.

Oneindig

Schijnt licht op een volledig vlak, net als de zon.

Steunkleur

Hierbij wordt een elliptische lichtbundel op de afbeelding geworpen. De lijn in het voorvertoningsvenster geeft de richting en de hoek van het licht aan en de handgrepen geven de randen van de ellips aan.

Een puntlicht aanpassen in het voorvertoningsvenster

  1. Kies Punt in het bovenste menu in het deelvenster Eigenschappen.

  2. In het voorvertoningsvenster past u het licht aan:

    • Als u het licht wilt verplaatsen, sleept u het naar een willekeurige locatie op het canvas.
    • Als u de spreiding van het licht wilt wijzigen (net alsof u een licht dichterbij of verder weg verplaatst), sleept u het witte gedeelte van de ring Intensiteit naar het midden.
    Opmerking:

    Een intensiteitswaarde van 100 is het helderst, een normale belichting is ongeveer 50, bij een negatieve intensiteit wordt licht verwijderd en een intensiteit van 100 produceert geen licht.

Een oneindig licht aanpassen in het voorvertoningsvenster

  1. Kies Oneindig in het bovenste menu in het deelvenster Eigenschappen.

  2. Pas het licht aan:
    • U verandert de richting door de handgreep aan het einde van de lijn te slepen.
    • Als u de helderheid wilt wijzigen, sleept u het witte gedeelte van de ring Intensiteit naar het midden van de besturingselementen voor het licht.

Een spotlicht aanpassen in het voorvertoningsvenster

  1. Kies Spot boven in het deelvenster Eigenschappen.

  2. In het voorvertoningsvenster past u het licht aan:

    • Als u het licht wilt verplaatsen, sleept u in de buitenste ellips.
    • Als u het licht wilt roteren, sleep dan verder dan de rand van de buitenste ellips.
    • Als u de hotspothoek wilt wijzigen, sleept u de rand van de binnenste ellips.
    • Als u de ellips wilt vergroten of verkleinen, sleept u een van de vier buitenste handgrepen.
    • Als u wilt instellen in hoeverre de ellips met licht wordt gevuld, sleept u het witte gedeelte van de ring Intensiteit naar het midden.

Voorinstellingen voor belichtingseffecten

In het menu Voorinstellingen in de werkruimte Belichtingseffecten kunt u kiezen uit 17 lichtstijlen. U kunt ook eigen voorinstellingen maken door lichten aan de standaardinstelling toe te voegen. Bij het filter Belichtingseffecten dient u minimaal één lichtbron te gebruiken. U kunt slechts één licht tegelijkertijd bewerken, maar het effect wordt gegenereerd met alle toegevoegde lichten.

2 uur spotlicht

Een gele spot met een gemiddelde (17) intensiteit en een brede (91) focus.

Blauw universeel

Een blauw universeel licht boven de afbeelding met volledige (85) intensiteit en geen focus.

Lichtcirkel

Vier spots. Wit heeft een volledige (100) intensiteit en een geconcentreerde (8) focus. Geel heeft een sterke intensiteit (88) en een geconcentreerde focus (3). Rood heeft een gemiddelde (50) intensiteit en een geconcentreerde (0) focus. Blauw heeft een volledige (100) intensiteit en een gemiddelde (25) focus.

Gekruist

Een witte spot met een gemiddelde (35) intensiteit en een brede (69) focus.

Gekruist omlaag

Twee witte spots met een gemiddelde (35) intensiteit en een brede (100) focus.

Standaard

Een witte spot met een gemiddelde intensiteit (35) en een brede focus (69).

Vijf lichten omlaag/Vijf lichten omhoog

Vijf witte spots, omlaag of omhoog, met een volledige (100) intensiteit en een brede (60) focus.

Knipperlicht

Een universeel geel licht met een gemiddelde (46) intensiteit.

Schijnwerper

Een witte spot met een gemiddelde (35) intensiteit en een brede (69) focus.

Parallel gericht

Een gericht blauw licht met volledige (98) intensiteit en geen focus.

RGB-lichten

Rode, blauwe en groene lichten die een licht produceren met een gemiddelde (60) intensiteit en een brede (96) focus.

Zwak direct licht

Twee gerichte lichten, wit en blauw, zonder focus. Wit heeft een zwakke (20) intensiteit. Blauw heeft een gemiddelde (67) intensiteit.

Zwak universeel

Een zwak universeel licht met een gemiddelde (50) intensiteit.

Zwak spotlicht

Een witte spot met een volledige (98) intensiteit en een brede (100) focus.

Drie omlaag

Drie witte spots met een zwakke (35) intensiteit en een brede (96) focus.

Drie spotjes

Drie spots met een zwakke (35) intensiteit en een brede (100) focus.

Een licht toevoegen of verwijderen

  1. Voer een van de volgende handelingen uit in de werkruimte Belichtingseffecten:

    • Klik linksboven op de pictogrammen Lichten om de typen Punt, Spot en Oneindig toe te voegen. Herhaal deze handeling desgewenst voor maximaal 16 lichten.
    • In het deelvenster Lichten (standaard rechtsonder) sleept u een licht naar het prullenbakpictogram om het te verwijderen.

Een voorinstelling voor een belichtingseffect maken, opslaan of verwijderen

  1. Voer een van de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Belichtingseffecten:

    • Als u een voorinstelling wilt maken, kiest u Aangepast in het menu Voorinstelling en klikt u op de pictogrammen Lichten om de typen Punt, Spot en Oneindig toe te voegen. Herhaal deze handeling desgewenst voor maximaal 16 lichten.
    • Als u een voorinstelling wilt opslaan, klikt u op Opslaan, geeft u de voorinstelling een naam en klikt u op OK. Alle instellingen voor alle lichten worden met de voorinstelling opgeslagen. De voorinstellingen verschijnen in het menu Stijl als u de afbeelding opent.
    • Als u een voorinstelling wilt verwijderen, selecteert u de desbetreffende voorinstelling en klikt u op Verwijderen.

Een structuurkanaal toepassen

In de werkruimte Belichtingseffecten kunt u met het Structuurkanaal belichtingseffecten besturen met grijswaardenafbeeldingen (grijsstructuren).  U voegt grijsstructuren aan de afbeelding toe als alfakanalen. U kunt iedere willekeurige grijswaardenafbeelding aan uw afbeelding toevoegen als een alfakanaal, maar u kunt ook een nieuw alfakanaal maken en daar structuur aan toevoegen. Gebruik voor een reliëfteksteffect een kanaal met witte tekst op een zwarte achtergrond of omgekeerd.

  1. Voeg, indien noodzakelijk, een alfakanaal toe aan uw afbeelding. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Als u een op een andere afbeelding gebaseerde structuur wilt gebruiken (bijvoorbeeld een stofstructuur of water), zet u de desbetreffende afbeelding om in een grijswaardenafbeelding en sleept u het grijswaardenkanaal van die afbeelding naar de huidige afbeelding.
    • Sleep een bestaand alfakanaal van een andere afbeelding naar de huidige afbeelding.
    • Maak een alfakanaal in uw afbeelding en voeg er structuur aan toe.
  2. Kies in de werkruimte Belichtingseffecten een kanaal in het menu Structuur in het dialoogvenster Eigenschappen. (Kies een alfakanaal dat u hebt toegevoegd of het kanaal Rood, Groen of Blauw van de afbeelding.)

  3. Sleep de schuifregelaar bij Hoogte om de structuur te variëren van Plat (0) tot Bergachtig (100).

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?